VEI 1. BW 2020/2020 Cellen gebruiken stoffen en zetten die om.
Ademhaling en bloed
Cellen gebruiken stoffen en zetten die om
Je beschrijft verbranding met een formule.
Je legt uit hoe cellen aan energie komen.
Je legt uit wat bedoeld wordt met de celstofwisseling.
Je beschrijft de relatie tussen de celstofwisseling en de spijsvertering, ademhaling en bloedsomloop.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Ademhaling en bloed
Cellen gebruiken stoffen en zetten die om
Je beschrijft verbranding met een formule.
Je legt uit hoe cellen aan energie komen.
Je legt uit wat bedoeld wordt met de celstofwisseling.
Je beschrijft de relatie tussen de celstofwisseling en de spijsvertering, ademhaling en bloedsomloop.
Slide 1 - Tekstslide
Wat hebben deze drie orgaanstelsels met elkaar te maken?
Slide 2 - Tekstslide
Maar eerst herhalen..
Slide 3 - Tekstslide
Fotosynthese
Slide 4 - Tekstslide
Ophalen
Wat was de formule van fotosynthese?
Slide 5 - Tekstslide
Formule van fotosynthese?
Slide 6 - Woordweb
formule fotosynthese
Slide 7 - Tekstslide
Wat zou er gebeuren als je de formule omdraait?
Slide 8 - Tekstslide
Verbranding
Slide 9 - Tekstslide
brandstof
Een brandstof is een energiedrager. Bij verbranding komt deze energie vrij.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
voorbeelden van brandstoffen
Slide 12 - Tekstslide
energie die vrijkomt
Slide 13 - Tekstslide
wat gebeurt er?
+
Slide 14 - Tekstslide
Bij het branden van een kaars
Nodig?
Ontstaat?
Energie?
Slide 15 - Tekstslide
Bij het branden van een kaars
nodig: kaarsvet en zuurstof
ontstaat: water en CO2
energie: warmte en licht
Slide 16 - Tekstslide
verbranding in een automotor
Nodig:
Ontstaat:
Energie:
Slide 17 - Tekstslide
verbranding in een automotor
Nodig: benzine en zuurstof
Ontstaat: CO2 + water
Energie: warmte en beweging
Slide 18 - Tekstslide
Fotosynthese (groene plant)
CO2 + H2O + ZONLICHT ---> C6H12O6 + O2
koolstofdioxide + water + zonlicht --->glucose + zuurstof
glucose + zuurstof ---> koolstofdioxide + water + energie
C6H12O6 +O2 ---> CO2 + H2O + energie
Verbranding (dieren)
Slide 19 - Tekstslide
hardlopen
Nodig:
Ontstaat:
Energie:
Slide 20 - Tekstslide
hardlopen
nodig: voedsel en zuurstof
ontstaat: CO2 en water
energie: warmte en beweging
Slide 21 - Tekstslide
verbranding vindt plaats in cellen!
Slide 22 - Tekstslide
Celstofwisseling
Alle chemische processen die in een cel plaatsvinden, noemen we samen de celstofwisseling. Op dit moment vinden er honderden chemische processen plaats in jouw lichaam. Al die processen zijn nodig om te kunnen leven.
Er zijn processen waarbij voedingsstoffen worden afgebroken en processen waarbij stoffen worden opgebouwd.
Slide 23 - Tekstslide
Anabolisme
Functies van anabolisme
Anabolisme is een verzamelnaam voor processen waarbij stoffen worden opgebouwd. Die processen heten dan ook anabole processen. Bij anabole processen worden bouwstoffen en energie gebruikt om alle stoffen te vormen die nodig zijn in je lichaam. Dat kunnen stoffen zijn zoals hormonen die helpen bij de regeling van processen, of stoffen die onderdeel worden van cellen tijdens groei en ontwikkeling. Een bekend voorbeeld bij volwassenen is het opbouwen van eiwitten voor de spiervorming.
Slide 24 - Tekstslide
Katabolisme
Afbraakprocessen hebben ook verschillende functies. Zo wordt energie vrijgemaakt uit opgenomen stoffen, onder andere bij de verbranding. Ook worden voedingsstoffen afgebroken tot bruikbare bouwstenen voor anabole processen.
Slide 25 - Tekstslide
wat is géén brandstof?
A
elektriciteit
B
hagelslag
C
steenkool
D
kaarsvet
Slide 26 - Quizvraag
Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?