2.4 - Cellen (1HV)

2.4 - Cellen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.4 - Cellen

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige paragraaf

Slide 2 - Tekstslide

Welk weefsel is een zenuwweefsel?
A
B
C

Slide 3 - Quizvraag

Wat is tussencelstof?
A
materiaal dat zich tussen en rond cellen bevindt
B
materiaal dat zich tussen en buiten de cellen bevindt
C
cellen die zich tussen en rond de cellen bevinden
D
geen van deze antwoorden

Slide 4 - Quizvraag

Weefsel heeft tussencelstof?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat was het verschil tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel op weefselniveau?

Slide 6 - Open vraag

Is dit botweefsel of kraakbeenweefsel?
A
Botweefsel
B
kraakbeen

Slide 7 - Quizvraag

Doelen van deze paragraaf
  • Je kan de delen van dierlijke cellen benoemen met hun functie en kenmerken
  • Je kan de delen van plantaardige cellen benoemen met hun functie en kenmerken

Slide 8 - Tekstslide

Cellen
  • Bouwstenen van het lichaam
  • Heel erg klein, alleen met microscoop te zien
  • Bestaan uit onderdelen (organellen)

Slide 9 - Tekstslide

Gemeente
Stadsmuur

Slide 10 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Orgaan -> weefsel -> cel

Celmembraan
: regelt wat in en uit de cel gaat. 
Celkern: regelt wat er gebeurt
(kernplasma+kernmembraan)
Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel

Slide 11 - Tekstslide

Gemeente
Energiecentrale 
Stadsmuur
Fabriek 

Slide 12 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Orgaan -> weefsel -> cel

1. Celmembraan
: regelt wat in en uit de cel gaat. 
2. Celkern: regelt wat er gebeurt
(kernplasma+kernmembraan)
4. Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel
3 = mitochondriën en 5 = ribosomen

Slide 13 - Tekstslide

Ribosomen
Nummer 4 zijn ribosomen 
Deze celorganellen helpen bij het maken van eiwitten

(fabriek)




Slide 14 - Tekstslide

Mitochondriën (3)
cellen die veel energie nodig hebben, hebben meer mitochondriën.
De afbraak van glucose gebeurt in de mitochondriën 

(energiecentrale)

Slide 15 - Tekstslide

Gemeente
Energiecentrale 
Stadsmuur
Fabriek 

Slide 16 - Tekstslide

Plantaardige of Dierlijke cel?

Slide 17 - Tekstslide

Plantencellen
Celmembraan, Cytoplasma, Celkern 

Celwand - stevigheid
Vacuole - stevigheid en opslag stoffen
Plastiden:
  • bladgroenkorrels
  • kleurstofkorrels 
  • zetmeelkorrels

Slide 18 - Tekstslide

Plastiden
Kleurstofkorrels:
  • Bladgroenkorrels die van kleur kunnen veranderen (bij fruit/groente)

Zetmeelkorrels:
  • Kleurloos
  • Opslag van zetmeel (reservestof)
Bladgroenkorrels               Kleurstofkorrels                Zetmeelkorrels
Bladgroenkorrels:
  • nodig voor fotosynthese

Slide 19 - Tekstslide

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Welke van de vier is de dierlijke cel?
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

cytoplasma vindt je in cellen van...
A
dieren
B
planten
C
dieren en planten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een celkern?
A
Het midden van een cel
B
Hetgeen wat alles regelt in de cel
C
De gehele cel
D
Hetgeen wat om de cel zit

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de vacuole?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn kleurstofkorrels
A
Plaatje 1
B
Plaatje 2
C
Plaatje 3
D
Of alle plaatjes

Slide 25 - Quizvraag

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 26 - Quizvraag

Deze plastiden maken zuurstof:
A
zetmeelkorrels
B
bladgroenkorrels
C
huidmondjes
D
kleurstofkorrels

Slide 27 - Quizvraag

Welke plastiden zitten er in het vlies van een rode ui?
A
Bladgroenkorrels
B
Zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels
D
Geen

Slide 28 - Quizvraag

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, één soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden

Slide 29 - Quizvraag

Aan het werk
2.4 - maken: 1 t/m 8

5 in het boek
Begrippen:
Celmembraan
Cytoplasma
Celkern
Kernplasma
Kernmembraan
Celwand
Vacuole
Plastiden
Bladgroenkorrels
Kleurstofkorrels
Zetmeelkorrels


Slide 30 - Tekstslide