Engelse werkwoorden

1 / 15
volgende
Slide 1: Link
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Engelse werkwoorden in het NL

Slide 8 - Tekstslide

Engelse werkwoorden in het Nederlands:
(uitspraak en 't ex-kofschip!)

Deleten tt:
Ik delete (ik vorm)
Jij/hij deletet (ik vorm + t)
Hij deletet (ik vorm + t)
Wij/jullie/zij deleten (hele ww)

Net als zwakke Nederlandse werkwoorden:

Deleten vt:
Ik/jij/hij deletete (ik vorm + te)
Wij deleteten (ik vorm + ten)

Voltooid deelwoord:
gedeletet (ge + ik vorm + t)

Slide 9 - Tekstslide

Vul in: ''De gymdocent (timen v.t.) de snelle sprint van de leerlinge.''

Slide 10 - Open vraag

Vul in: ''Wij hebben de foto ... (liken).''

Slide 11 - Open vraag

Leestekens: puntkomma
Als je twee zinnen wil samenvoegen die sterk samenhangen
''We moesten overal lang wachten; vooral de wachtrij van de Vliegende Hollander was lang.''
Je kan de puntkomma hier vervangen door een punt!

Mijn advies: Laat de puntkomma gewoon achterwege!

Slide 12 - Tekstslide

Leestekens: dubbele punt
Als twee zinnen samenhangen, is de tweede soms een toelichting.
''Rapunzel is altijd lang bezig 's ochtends: ze moet haar meterslange haar vlechten.''

Controle: Kan je de dubbele punt vervangen door ''komma + want''?

Slide 13 - Tekstslide

citaat, aanhalingstekens

Slide 14 - Tekstslide

Punt, vraagteken, uitroepteken
Punt aan het einde van de zin
  • Dit is een zin.
Vraagteken aan het einde van de vraag
  • Hoe laat vertrekt de trein?
  • Lees jij de krant?
Uitroepteken aan het einde van een bevel of uitroep
  • Voorzichtig!


Slide 15 - Tekstslide