Grieken en Romeinen groep 5-6

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer was de tijd van Grieken en Romeinen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al?
Weet jij alles van het tijdvak waarin de Oude Grieken en Romeinen leefden? Deze tijd heet de Oudheid. Het duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus.

Slide 4 - Tekstslide

De Grieken en Romeinen.
Wat weet je al?

Slide 5 - Woordweb

De Grieken
Rond 3000 voor Christus begonnen de eerste mensen te schrijven. Vanaf dat moment begonnen zij kennis te verzamelen en zich te ontwikkelen in de filosofie en de wetenschap. Aan het begin van de Oudheid waren de Grieken het machtigste volk van Europa.

Slide 6 - Tekstslide

De Grieken
De Grieken handelden in vazen, potten, weefsels, wijn en olie. Via de zee brachten zij dit onder andere naar Egypte. Zo kwam het dat hun bevolking rijk werd en steeds groter groeide. Maar helaas was de grond in Griekenland niet vruchtbaar genoeg om al die nieuwe Grieken te voeden. De Grieken gingen nu ergens anders wonen. Er ontstonden Griekse stadstaten in Italië, Frankrijk en Spanje. Ook gingen de Grieken naar het Midden-Oosten om land te veroveren. De Grieken gingen in hun veroverde gebieden wonen en namen hun cultuur mee. Het verspreiden van de Griekse cultuur noemen we het Hellenisme.

Slide 7 - Tekstslide

Door welke Griek werden de grootse veroveringen gedaan?
A
Octavianus Augustus
B
Julius Caesar
C
Alexander de Grote
D
Rorick Mei

Slide 8 - Quizvraag

Alexander de Grote
 De grootste veroveringen werden door Alexander de Grote gedaan. In 336 voor Christus veroverde hij het Perzische Rijk. Alexander de Grote was in de vierde eeuw voor Christus koning van Macedonië.

Slide 9 - Tekstslide

Ontstaan van Olympische Spelen
De Olympische Spelen begonnen meer dan 2.700 jaar geleden in Olympia, Griekenland, als een sportfeest om de god Zeus te eren. Mensen uit heel Griekenland deden mee aan sporten zoals: hardlopen, boksen, paardrijden en worstelen. De Spelen stopten later, maar werden in 1896 opnieuw georganiseerd en zijn nu een wereldwijd sportevenement.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Grieken en Romeinen
De Grieken kregen in de vierde en derde eeuw voor Christus concurrentie van de Romeinen. Hun rijk groeide in die tijd uit tot het gebied dat we nu Italië noemen. In de tweede eeuw voor Christus bleken de Romeinen sterker dan de Grieken te zijn. De Romeinen namen de macht over op alle kolonies die voorheen van de Grieken waren. 

Slide 12 - Tekstslide

Romeinse Rijk
Wegen, geld, sieraden, lezen en schrijven, stenen huizen en een leger. Deze dingen hebben wij allemaal geleerd van de Romeinen. Dit volkje kwam uit Italië, met als hoofdstad Rome. Het Romeinse Rijk zou in de geschiedenis het grootste rijk worden in Europa. Het begon met de stad Rome (met een paar honderd inwoners) en eindigde met 60 miljoen inwoners!

Slide 13 - Tekstslide

Romeinse leger

 De Romeinen hadden sterke legers en hadden goede wapens. De soldaten moesten gehoorzamen aan de legeraanvoerder. (generaal) Deze legeraanvoerders hadden dus veel macht, want alle soldaten gehoorzaamden aan hem. De bekendste legeraanvoerder was Julius Ceasar. Hij veroverde veel gebieden, zoals Frankrijk en delen van wat nu Italië heet.

Slide 14 - Tekstslide

Julius Caesar
Julius Caesar werd geboren in 100 v. Chr. Hij veroverde met zijn leger in 50 v. Christus Frankrijk. Ook andere gebieden wist hij te veroveren. Hij keerde terug naar Rome en wilde alleen de baas zijn. Hij vond zichzelf een keizer en probeerde alleen te regeren. Als je alleen wilt regeren, dan ben je een dictator. Van zijn achternaam (Caesar) komt het woordje “keizer”. Julius Caesar probeerde de macht van de senaat (volksvertegenwoordiger) kleiner te maken. Daardoor kreeg hij veel vijanden. Op een dag in 44 v. Chr. werd hij dan ook vermoord door een van zijn vijanden.

Slide 15 - Tekstslide

Romeinse tijd
het Romeinse volk wilde toch wel graag 1 baas houden. Vanaf nu was de tijd van de Republiek ten einde. Er kwamen nu voor het eerst keizers die alleen de macht in handen hadden. De beroemdste keizer in de Romeinse geschiedenis was de keizer die na Julius Caesar kwam. Het was zijn pleegzoon Octavianus. Hij was keizer van 27 v. Chr tot 14 na Christus. (Dus 41 jaar keizer) Octavianus zorgde voor vrede in zijn eigen land. Vanaf nu af aan zou er een lange periode van vrede in West-Europa zijn. Die periode in de Romeinse geschiedenis wordt de “Pax Romana” genoemd. (Romeinse vrede)

Slide 16 - Tekstslide

Nederland
Nederland werd veroverd door de Romeinen. Maar niet heel Nederland. De Romeinen hadden de rivier de Rijn als grens genomen. Dat betekende dus dat het zuiden van Nederland bezet was.
Nederland was toen nog geen echt land hoor! Ons land bestond uit verschillende Germaanse stammen. Ongeveer 50 voor Christus drongen de Romeinen ons land binnen.

Slide 17 - Tekstslide

Wie was bij de Romeinen de bekendste legeraanvoerder?
A
Julius Caesar
B
Alexander de Grote
C
Octavianus Augustus
D
Pax Romana

Slide 18 - Quizvraag

Wie is Octavianus Augustus?

Slide 19 - Open vraag

Het schrift
De Romeinen hadden een schrift dat erg leek op dat van de Grieken. Er werd geschreven met een stylus. Het is een soort houten pen met een scherpe kant en een stompe kant. Met de scherpe kant schreef je in een waslaagje, met de stompe kant kon je het weer uitvegen. Wetten en belangrijke dingen schreef men op papyrus. Papyrus was erg duur. In het hele Romeinse Rijk werden tientallen verschillende talen gesproken, maar bijna alle talen hebben het alfabet later overgenomen van het Latijn. Ieder getal kon opgeschreven worden door letters te gebruiken. De letter “X” betekende het getal 10. De letter “V” was het getal 5. Het getal 15 werd dan “XV” (10 + 5).


Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel is XXV?
A
15
B
25
C
35
D
105

Slide 21 - Quizvraag

Romeinse Rijk
Het jaar 395 was een rampzalig jaar in de geschiedenis van het Romeinse Rijk. Ze moesten in dit jaar het Romeinse rijk opsplitsen omdat het in het westen werd aangevallen. Er bestond vanaf nu een Westelijk en Oostelijk rijk. De hoofdstad van het Oostelijke Rijk was Constantinopel. Constantinopel heet tegenwoordig Istanbul. 
Wist je dat democratie helemaal niet modern is? De oude Grieken gaven 2500 jaar geleden het volk de kans om mee te praten over belangrijke beslissingen. 

Slide 22 - Tekstslide

Val Romeinse Rijk

Met de Val van het West-Romeinse Rijk bedoelt men de afzetting van de laatste West-Romeinse keizer Romulus Augustulus op 4 september 476. Hier gingen twee eeuwen aan vooraf waarin de keizers hun greep op steeds meer gebieden verloren, het rijk al geplunderd was door verschillende volkeren en generaals van zowel Romeinse als Barbaarse afkomst al meerdere marionettenkeizers op de troon hadden gezet. De afzetting van de laatste keizer wordt dan ook vaak gezien als een symbolisch einde van het eens zo machtige Romeinse Rijk waar allang niet meer veel van over was. De val van het West-Romeinse rijk luidde het begin van de middeleeuwen in.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de tijdsduur van de oudheid (tijd van de Grieken en Romeinen)?
A
3000 voor Christus tot 500 na Christus
B
1000 voor Christus tot 300 na Christus
C
500 voor Christus tot 3000 na Christus
D
100 voor Christus tot 100 na Christus

Slide 24 - Quizvraag

welk deel van Nederland werd veroverd en wat namen ze als Grens?

Slide 25 - Open vraag

Wie waren er sterker de Grieken of de Romeinen?
A
De Grieken
B
De Romeinen
C
Allebei even

Slide 26 - Quizvraag

Hoe viel het Romeinse Rijk?

Slide 27 - Open vraag

Wat weet je nu van de
Grieken en Romeinen?

Slide 28 - Woordweb