Met tekstverbanden bedoelen we de relaties tussen verschillende delen van een tekst (
alinea’s of zinnen).
Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat zin 1 een oorzaak vertelt (bv. Het heeft al maanden niet meer geregend) en zin 2 een gevolg (bv. Daardoor is de oogst van de boeren mislukt).
Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, en, vervolgens.
Vergelijking: De alinea’s maken een vergelijking tussen verschillende dingen.
Signaalwoorden: zo, in vergelijking met, evenals.
Tegenstelling: De alinea’s vertellen twee tegenovergestelde dingen zien.
Signaalwoorden: maar, toch, hoewel, echter, daarentegen.