Herhaling voor de toets
1 / 20
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Bestuur in het Oude Griekenland?
Slide 3 - Open vraag
SLEEP DE JUISTE BEGRIPPEN BIJ DE JUISTE OMSCHRIJVING
DEMOCRATIE
MONARCHIE
TIRANNIE
ARISTOCRATIE
Bestuursvorm met een alleenheerser, waarbij een koning de baas is.
Bestuursvorm waarbij weinig/enkele mensen de baas zijn, vaak rijke mensen (edelen).
Bestuursvorm waarbij het volk de eigen bestuurders kiest.
Bestuursvorm waarbij een tiran de baas is.
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Griekse goden?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een polis?
A
Een Grieks eiland voor de Turkse kust.
B
De vruchtbare grond waar Grieken hun gewassen verbouwden.
C
Een Griekse stad aan zee.
D
Een stad met het omringende land.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen Sparta en Athene?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Waarom stichtten de Grieken koloniën?
A
Ze hadden geen zin meer in Grieks eten
B
Ze wilden meer macht hebben
C
Ze werden in hun eigen land bedreigd
D
Opzoek naar betere landbouwgronden
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Athene had een democratie. Wat is dit?
A
Een bestuur met twee koningen
B
Een bestuur waarin de rijken alles beslissen
C
Een bestuur waarbij het volk beslist
D
Een bestuur waarin niemand mag beslissen
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat doen filosofen?
