Examentraining II
1 / 17
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Welke tip krijg je aan het begin van het filmpje?
A
Begrijp de tekst en de vragen echt!
B
Lees alles goed door.
C
Lees hardop.
D
Maak een spiekbriefje
Slide 4 - Quizvraag
De 1e vraag gaat bijna altijd over hoe het onderwerp wordt ingeleid. Welke alinea' s moet je daarvoor lezen?
A
1
B
1 en 2
C
1, 2 en soms 3
D
1, 2, 3 en 4
Slide 5 - Quizvraag
Signaalwoorden en verbanden moet je ....
A
OEFENEN!
B
LEZEN!
C
SCHRIJVEN!
D
LEREN!
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste om te doen als je een vraag krijgt over het onderwerp van de tekst?
A
De laatste alinea lezen
B
De HELE tekst opnieuw lezen
C
De titel lezen
D
zoeken naar de antwoorden in de tekst
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welk signaalwoord hoort bij een tijdsvolgorde.
A
bovendien
B
vervolgens
C
echter
D
verder
Slide 10 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je in deze zin?
Je mag van tafel, mits je je bord leeg hebt gegeten.
Je mag van tafel, mits je je bord leeg hebt gegeten.
A
opsomming
B
voorwaarde
C
toelichting
D
tegenstelling
Slide 11 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Veel mensen klagen als het waait en regent, maar ik houd juist van dat onstuimige weer.
Veel mensen klagen als het waait en regent, maar ik houd juist van dat onstuimige weer.
A
concluderend
B
tegenstellend
C
oorzakelijk
D
opsommend
Slide 12 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Doordat het vannacht gevroren had, gleed mijn buurvrouw vanmorgen uit met haar fiets.
Doordat het vannacht gevroren had, gleed mijn buurvrouw vanmorgen uit met haar fiets.
A
concluderend
B
tegenstellend
C
oorzakelijk
D
opsommend
Slide 13 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Vincent doet altijd goed mee met de training, zodat hij een goede kans heeft op een basisplaats.
Vincent doet altijd goed mee met de training, zodat hij een goede kans heeft op een basisplaats.
A
samenvattend
B
oorzakelijk
C
doel-middel
D
vergelijkend
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.
Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.
A
samenvattend
B
opsommend
C
doel-middel
D
vergelijkend
Slide 15 - Quizvraag
Welk tekstverband?
Simon is twee koppen groter dan ik.
Simon is twee koppen groter dan ik.
A
samenvattend
B
opsommend
C
doel-middel
D
vergelijkend
