Stilistiek: alle begrippen

Stijlfiguren oefenen
Na deze les heb je meer vaardigheid in het benoemen van de stijlfiguren.

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren oefenen
Na deze les heb je meer vaardigheid in het benoemen van de stijlfiguren.

Slide 1 - Tekstslide

4

Slide 2 - Video

00:22
Welke stijlfiguur gebruikte Emile Roemer hier?
A
vergelijking zonder als
B
vergelijking met als
C
metonymia
D
metafoor

Slide 3 - Quizvraag

01:48
Wat bedoelt Alexander Pechtold met de hete aardappel.
Probeer het in eigen woorden uit te leggen.

Slide 4 - Open vraag

03:05
Welke stijlfiguur gebruikt Marianne Thieme?
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 5 - Quizvraag

04:08
De mensen in de bijstand moeten door steeds hogere hoepels heen springen.
A
metafoor
B
vergelijking zonder als
C
vergelijking met als
D
metonymia

Slide 6 - Quizvraag

Pleonasme
Tautologie
Contaminatie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Stijlfouten - aantekening

  • Contaminatie - Ik wil me verexcuseren.
  • Combinatie van woorden of uitdrukkingen (bij elkaar gepakt/ aan elkaar geplakt)

  • Tautologie  - je doet dat altijd en eeuwig op die manier.
  •   Dubbelop, vaak synoniemen, het gaat om dezelfde woordsoort.
  • Pleonasme - de witte sneeuw lag op het dak.
  •   Dubbelop, geen synomiemen, niet door elkaar te vervangen - een eigenschap van iets wordt extra benadrukt (bijv.nw).


Slide 9 - Tekstslide

Wat klopt er niet in deze zinnen?
Probeer ook de stijlfout te benoemen. Niet noteren, alleen over nadenken. 
Je krijgt het gratis cadeau van mij.
De houten boomstam lag in het bos.
Je moet die gegevens even opnoteren
Het rode bloed was overal te zien
Hé joh, je bent gewoon aan het afspieken
Je krijgt bij dit abonnement gratis en voor niets een sjaal

Slide 10 - Tekstslide

Je mag dit niet overkopiëren, jongeman!
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 11 - Quizvraag

Heb je de rommel nu al uitgeselecteerd, of moet ik het doen?
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie

Slide 12 - Quizvraag

Die witte melk van Melkunie vind ik ontzettend smaakvol.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 13 - Quizvraag

Ronald is altijd en eeuwig te laat op school.
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 14 - Quizvraag

Hij heeft exact nauwkeurig uitgezocht hoe laat de trein vertrekt.
A
Contaminatie
B
Peonasme
C
Tautologie

Slide 15 - Quizvraag

Die vinnige heks ga ik liever uit de weg.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie

Slide 16 - Quizvraag

Wil je deze lijst even afchecken?
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 17 - Quizvraag

Na lang wikken en wegen besloot hij om de auto te kopen.
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 18 - Quizvraag

Door de kletsnatte regenbui fietste ik naar school.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie

Slide 19 - Quizvraag

Welke termen kennen we nu?
  • Tautologie
  • Pleonasme
  • Beeldspraak

Slide 20 - Tekstslide

Beeldspraak

Vergelijking met als - object en beeld worden vergeleken m.b.v. het woordje als

Vergelijking zonder als - object en beeld worden vergeleken zonder gebruik van het woordje als

Metafoor - beeld vervangt object, er is wel een overeenkomst

Metonymia - het beeld vervangt het object, maar er is géén overeenkomst tussen het beeld en het object. 


Slide 21 - Tekstslide

Als een bejaarde slenterde Rowena over de finish!
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 22 - Quizvraag

Ik heb een lange dag gehad. Wil je me een bakje troost inschenken?
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 23 - Quizvraag

Mijn opa, de oude brombeer, zat weer eens te mopperen over zijn eten.
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 24 - Quizvraag

Kijk eens wat voor benen daar aankomen!
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 25 - Quizvraag

De gaswinning in Groningen heeft de Nederlandse regering een aardig zakcentje opgeleverd.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 26 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig?
Kies uit: alles, niets, understatement, eufemisme, litotes, personificatie, hyperbool (of een combinatie)

Slide 27 - Open vraag

Huiswerk
Boekje Stilistiek 
Maak bladzijde 15 (kies er 20 uit om te maken) 
Let op: ironie en sarcasme worden ook gevraagd.
Het boekje staat  ook in de studiewijzer!

Slide 28 - Tekstslide

Stijlfiguren oefenen
Na deze les heb je meer vaardigheid in het benoemen van de stijlfiguren.

Slide 29 - Tekstslide