In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Begrijpen wat er staat
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert begrijpen wat er in een tekst staat.
Slide 2 - Tekstslide
Moeilijke woorden in een tekst
Betekenis uit de tekst afleiden
Betekenis uit het woord afleiden
Taaltrucje
Woordenboek
Slide 3 - Tekstslide
Betekenis uit tekst afleiden
Synoniem
Omschrijving
Voorbeeld
Tegenstelling
Slide 4 - Tekstslide
Synoniem
Een synoniem is een woord dat wat betreft betekenis (ongeveer) gelijk is aan een of meer andere woorden.
Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.
Slide 5 - Tekstslide
Synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
exact - precies
Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.
Slide 6 - Tekstslide
Synoniem
zelfstandig - op zichzelf
chaos - puinhoop
neertellen - betalen
uitgave - editie
Slide 7 - Tekstslide
Omschrijving
De schrijver geeft al een omschrijving van het woord.
Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
Misofonie:mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen, kauwen en harde muziek uit oordopjes.
Slide 8 - Tekstslide
Omschrijving
journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant
actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is
Slide 9 - Tekstslide
Een voorbeeld zoeken
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld
'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'
Door de rest van de zin begrijp je dat je bij een opticien brillen kunt kopen.
In de volgende zin staat een synoniem voor opticien: brillenwinkel.
Slide 11 - Tekstslide
Tegenstelling
Tegenstelling zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.
Woorden als maar, echter, toch en daarentegengeven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.
Slide 12 - Tekstslide
Welke strategie wordt hier gebruikt? Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving
Slide 13 - Quizvraag
Onbekend woord in de tekst
Je komt een onbekend woord tegen in de tekst.
Misschien ken je een deel van het woord al
woorden met een voorvoegsel
Slide 14 - Tekstslide
Bekend woorddeel
Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.
- samenstellingen
- woorden met voorvoegsel
- woorden met achtervoegsel
Slide 15 - Tekstslide
Bekend woorddeel
- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.
- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.
- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.