7.2 Het ancien regime

Het ancien régime
KA: Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het ancien régime
KA: Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
  • welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk  
  • hoe vorsten streefden naar verlicht absolutisme  
  • welke sociale verhoudingen er waren in Nederland 

Slide 2 - Tekstslide

Frankrijk was hét land van de verlichting, maar ook van onvrijheid. Er was censuur: toezicht op publicaties. Het bestuur van Lodewijk XV en XVI probeerde veranderingen tegen te houden. Dit was het ancien régime: de bestuursvorm voor de democratische revolutie.  
 
In de standenmaatschappij genoten edelen  en hoge geestelijken voorrechten. 
Dat gold niet voor de bourgeoisie: rijke burgerij.  
Boeren en arbeiders in de steden waren arm en leden honger. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Frankrijk was een echte standenmaatschappij. Maak dat duidelijk door telkens met een zin de positie te beschrijven van: de hoge edelen en geestelijken, de lage adel, de bourgeoisie, de boeren en de arbeiders.

Slide 5 - Open vraag

Geef aan wat het ancien régime was en noem een manier van de 18e-eeuwse Franse koningen om dit te behouden.

Slide 6 - Open vraag

Gebruik de tekst: 'Het verhaal van Marie Antoinette". Leg uit:
Waarom koningin Marie Antoinette weinig geliefd was onder het Franse volk en
In welk opzicht zij past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 7 - Open vraag

De Pruisische koning Frederik de Grote was de succesvolste vertegenwoordiger van het verlicht absolutisme: systeem waarbij een vorst verlichte hervormingen van bovenaf invoert. 
 
Hij zag zichzelf als ‘eerste dienaar van de staat’ en stond godsdienst- en persvrijheid toe. Wel vond hij dat hij de absolute macht moest houden en handhaafde voorrechten van de adel. 

Ook de Russische keizerin Catherina de Grote probeerde het verlicht absolutisme uit. Ze voerde hervormingen in, maar de Russische elite moest er niets van hebben. 
 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Geef aan wat verlicht absolutisme was en maak duidelijk hoe Frederik de Grote dit systeem in praktijk bracht.

Slide 11 - Open vraag

Gebruik afbeelding 7.7
Leg uit dat dit schilderij een voorbeeld laat zien van pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

Slide 12 - Open vraag

De Nederlandse samenleving
In Nederland was de economische bloeitijd voorbij: de Republiek had hoge schulden en de regenten werden rijker door grote bedragen aan de overheid te lenen. Die overheid moest daarop de belastingen verhogen waarop de onvrede bij de bevolking groeide. 
 
In 1751 werd het stadhouderschap erfelijk: met Willem IV en V begon de Republiek op een monarchie te lijken.  
 
De regenten bleven zichzelf verrijken, de schulden van de Republiek bleven groeien. 

Slide 13 - Tekstslide

a. Leg uit hoe in Nederland de sociale verhouding nadelig waren voor een groot deel van de bevolking.
b. Leg uit door welke drie veranderingen de stadhouder meer op een vorst ging lijken.

Slide 14 - Open vraag

Noteer de nummers van de volgende vier feiten in volgorde van vroeger naar later.
1 Frederik de Grote wordt koning van Pruisen
2 Lodewijk XVI wordt koning van Frankrijk.
3 Marie-Antoinette trouwt met de Franse kroonprins.
4 Willem V wordt stadhouder

Slide 15 - Open vraag

a. Verduidelijk het kenmerkend aspect van deze paragraaf met een zelfgekozen voorbeeld (gebeurtenis, handeling van persoon, ontwikkeling, verschijnsel of gedachtengang)
b. Leg uit hoe jouw kennis van dit kenmerkend aspect van invloed is op jouw kijk op de hedendaagse werkelijkheid.

Slide 16 - Open vraag

Gebruik afbeelding 7.6
Leg uit dat de afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 17 - Open vraag

Gebruik bron 4 blz. 75 wb
Toon met een bronelement aan dat Frederik een verlicht denker was.

Slide 18 - Open vraag

Gebruik bron 5 blz. 75 wb
Ontleen aan de prent een economische en een sociale oorzaak van de onvrede in Frankrijk in 1789

Slide 19 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag