Formatieve toets Koude Oorlog I, tweede kans

Koude Oorlog 1945 - 
Formatieve toets 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Koude Oorlog 1945 - 
Formatieve toets 

Slide 1 - Tekstslide

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 2 - Quizvraag

Gebruik bron 1
Je vraagt je af of deze bron bruikbaar is voor jouw onderzoek naar het bombardement op Hiroshima, maar je twijfelt aan de betrouwbaarheid.
Noem een argument vóór en noem een argument tegen de betrouwbaarheid van deze bron voor jouw onderzoek

Slide 3 - Open vraag

Met de propagandafoto van bron 2 suggereert de Nederlandse regering een verband tussen twee politieke ontwikkelingen in de tweede helft van de twintigste eeuw.
Noem die twee ontwikkelingen en leg uit welke politieke reden de Nederlandse regering kan hebben gehad om dit verband te suggereren.

Slide 4 - Open vraag

Gebruik bron 3. Na WOII bestonden er verschillende meningen over de manier waarop Europa economisch herstel moest bereiken. Hierbij stonden twee ideologische blokken tegenover elkaar.
Van welk van de twee ideologische blokken wordt in bron 2 het vijandbeeld weergegeven. Leg je antwoord uit met een bronelement.

Slide 5 - Open vraag

Bron 3 Een spotprent over de economische hulp van de VS aan West-Europa. 
onderschrift: American Motor of the latest type

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 7 - Quizvraag

Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?

De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.

Slide 8 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen die onder de sterren staan in de juiste volgorde van vroeger naar later
De V.S. starten een luchtbrug naar Berlijn
In West-Duitland wordt de nieuwe munteenheid de D-Mark ingevoerd
West-Duitsland wordt lid van de NAVO
het Warschaupact wordt opgericht
het Tonkin-incident
De V.S. stuurt heel veel soldaten naar Vietnam om mee te vechten in de burgeroorlog tegen Noord-Vietnam

Slide 9 - Sleepvraag

Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.

Slide 10 - Quizvraag

Gebruik bron 4. Dit document is een reactie op een belangrijke gebeurtenis die kort daarvoor heeft plaatsgevonden in Azië.
Geef aan welke gebeurtenis dat is.

Slide 11 - Open vraag

bron 4 Op 27 februari 1950 schrijft een Amerikaanse ambtenaar in een vertrouwelijk rapport voor de Amerikaanse regering:

Het staat wel vast dat de dreiging van communistische agressie in Indochina slechts één stap is in de ontwikkeling van verdere communistische plannen om heel Zuidoost-Azië in te nemen. (...) Een beslissing om de communistische expansie aan de grens van Indochina een halt toe te roepen, moet dan ook gezien worden in het bredere kader van het voorkomen van de verspreiding van communistische agressie naar andere delen van Zuidoost-Azië. (...) Het is te verwachten dat andere landen in de regio, zoals Thailand en Birma, overheerst zullen worden door het communisme, indien Indochina een communistische regering zou krijgen. Het evenwicht in heel Zuidoost-Azië zou hiermee in groot gevaar komen.

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik bron 4. Dit document past bij het Amerikaanse buitenlandse beleid in de jaren vijftig. Leg met een voorbeeld uit de bron uit, bij welk beleid dit past.

Slide 13 - Open vraag

Welke bewering over de Koreaoorlog is juist
A
De Koreaoorlog was een puur binnenlandse aangelegenheid, waarbij Noord-Korea tegenover Zuid-Korea stond.
B
Noord-Korea behoorde tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie, waardoor oorlog onvermijdelijk werd toen Korea kapitalistisch werd
C
In de Koreaoorlog mengde een missie van de Verenigde Naties zich in de strijd nadat Noord-Korea het aangrenzende Zuid-Korea was binnengevallen.
D
Na het gebruik van de atoombom werd in 1953 overeenstemming bereikt over een wapenstilstand.

Slide 14 - Quizvraag

Twee beweringen:
I De oprichting van de NAVO is een gevolg van het feit dat de Sovjet-Unie en de Oost-Europese
landen het Warschaupact hadden gevormd.
II Na 1949 werden geen nucleaire wapens gebruikt omdat men wist dat de tegenstander
vernietigend kon terugslaan.

Zijn de beweringen juist of onjuist?

A
bewering I en II zijn allebei juist
B
bewering I is juist, bewering II is onjuist
C
bewering I in onjuist, bewering II is juist
D
bewering I en II zijn allebei onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Na 1945 kregen zowel de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten belangstelling voor Vietnam.

Geef aan dat deze belangstelling verband hield met de Koude Oorlog.

Slide 16 - Open vraag