M3 Think Unit 11 lesson 7 When/ if

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Future bodies
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 2 - Tekstslide

What have you learned? 

Slide 3 - Tekstslide

What did we talk about? Do you remember?

Slide 4 - Woordweb

Student's book page 107 exercises 4 and 5. Workbook page 101 exercises 10 and Get it Right!

Slide 5 - Tekstslide

Student's book page 107

Slide 6 - Tekstslide

Answers Exercise 4

Slide 7 - Tekstslide

Answers Exercise 4
1. when => gebeurt sowieso maar wanneer is niet duidelijk, er zit geen haast achter. 

as soon as => meteen als..... betekent dat er haast bij is. 

2. get / think refer to future

Slide 8 - Tekstslide

Answers Exercise 5

Slide 9 - Tekstslide

Answers Exercise 5
1. get
2. get
3. arrives
4. finishes
5. finish

Slide 10 - Tekstslide

Workbook page 101

Slide 11 - Tekstslide

Answers Exercise 10 

Slide 12 - Tekstslide

Answers Exercise 10
1. He'll look, he's
2. We'll watch, comes
3. get, I'll pay
4. I'll take, come
5. will return, is 

Slide 13 - Tekstslide

Answers Get it Right!

Slide 14 - Tekstslide

Answers Get it Right!
Four incorrect uses of will:

1. won't go = don't go to school tomorrow
2. If I'll miss = If I miss the test
3. if I will go = If I go to school
4. if I will have = If I have to do the test 

Slide 15 - Tekstslide

Student's book page 107 when/if  exercises 1 & 2 and Workbook page 103 exercise 4 
Voor: Dinsdag 10 mei lesuur 2

Slide 16 - Tekstslide