H4 elektriciteit

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Video

wat is elektriciteit
Bij elektrische stroom bewegen elektrisch geladen deeltjes (elektronen) door een koperdraad en geven de energie af aan een elektrisch apparaat.

Slide 4 - Tekstslide

 wat kun je met elektriciteit doen?
Je kunt elektriciteit gebruiken om beweging, warmte, licht, straling en geluid te maken.

Slide 5 - Tekstslide

spanning en stroomsterkte

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk Havo/vwo
 lezen blz. 124 t/m 126
maken 1 t/m 12  paragraaf 4.1

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk vt
 lezen blz. 140 t/m 142
maken 1 t/m 15  paragraaf 4.1

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

verschillende spanningsbronnen
elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron.




je moet apparaten aansluiten op een spanningsbron met de juiste spanning. Soms wordt er daarom een adapter gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Huiswerk
lezen blz. 131 t/m 134
maken 1 t/m 11 paragraaf 4.2

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk vt
 lezen blz. 148 t/m 151
maken 1 t/m 13  paragraaf 4.2

Slide 17 - Tekstslide

schakelschema en symbolen

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

0

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
lezen blz. 139 t/m 141
maken 1 t/m 11 paragraaf 4.3

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk vt
 lezen blz. 157 t/m 160
maken 1 t/m 15  paragraaf 4.3

Slide 24 - Tekstslide

Vermogen
Apparaten verbruiken energie, hoeveel energie per seconde een apparaat verbruikt noemen we het vermogen.
De eenheid van vermogen is dan ook J/s, of Watt (W).

Grotere apparaten hebben ook grotere vermogens, hiervoor gebruiken we vaak de eenheid kiloWatt (kW), dit is 1000 W, of 1000 J/s.

Slide 25 - Tekstslide

Vermogen


  • Bij een variabele vermogen (b.v. een mixer) wordt altijd het maximale vermogen gemeld.
  • Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte

Slide 26 - Tekstslide

Vermogen berekenen
Om te berekenen hoeveel energie een apparaat heeft verbruikt gebruik je de formule:


P is vermogen (W of kW)
U is spanning (V)
I is stroomsterkte (A)
P=UI

Slide 27 - Tekstslide

elektrische energie
Meet je in kWh (kilowattuur)
dit is de hoeveelheid elektrische energie die je per uur verbruikt
Rekenen aan elektrische energie:
        E = P x t
 E = verbruikte energie: eenheid is KWh
            P = vermogen; eenheid is Watt (W) of KW
                       t = tijd; eenheid is uur (h)
Wat kost het? prijs per kWh x E








Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Huiswerk
lezen blz. 145 en 148
maken 1 t/m 9

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk vt
 lezen blz. 165 t/m 168
maken 1 t/m 15  paragraaf 4.4

Slide 31 - Tekstslide

2.4 schakelingen en veiligheid
Elektriciteit in huis is goed beveiligd met veiligheden en een aardlek in de meterkast

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
lezen blz. 87 en 90
maken 62 t/m 73

Slide 35 - Tekstslide