Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verwijswoorden
Formuleren
Verwijswoorden (blz. 232 - 236 NN)
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Formuleren
Verwijswoorden (blz. 232 - 236 NN)
Slide 1 - Tekstslide
De-woorden zijn
A
Mannelijk
B
Onzijdig
C
Vrouwelijk
D
Mannelijk of vrouwelijk
Slide 2 - Quizvraag
Naar het-woorden verwijs je met
A
Deze en dat
B
Dit en dat
C
Deze en die
D
Die en dat
Slide 3 - Quizvraag
Omdat het pand vorig jaar zo prachtig verbouwd is, wil ik ... heel graag kopen van u.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Deze
Slide 4 - Quizvraag
Als u wilt dat ik deze brief naar al onze klanten stuur, zult u ... wel eerst moeten ondertekenen.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Dit
Slide 5 - Quizvraag
Als de onderzoekscommissie belastende uitspraken doet, kan alleen de rechter ... het zwijgen opleggen.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Die
Slide 6 - Quizvraag
Na de omwenteling kon de Libische bevolking eindelijk middels verkiezingen ... stem laten horen.
A
Zijn
B
Haar
Slide 7 - Quizvraag
Zo'n groot bedrijf zal voor ... werknemers toch wel een goede afvloeiingsregeling hebben; of heeft ... nooit over dat soort voorzieningen nagedacht?
A
Haar, het
B
Zijn, het
C
Haar, hij
D
Zijn, hij
Slide 8 - Quizvraag
Heeft de arts ... niet verteld dat ... in de tropen veel risico lopen op besmettelijke ziekten?
A
Hen, ze
B
Hun, ze
C
Hen, hun
D
Hun, hun
Slide 9 - Quizvraag
Dat - wat - wie - waar
Slide 10 - Tekstslide
Dat of wat?
Het verwijswoord
dat
gebruik je alleen als je verwijst naar een het-woord:
Het
spel
dat
ik speel is erg moeilijk.
Zie je
het
huis
dat
daar staat?
Slide 11 - Tekstslide
Wat
Het verwijswoord
wat
gebruik je op meerdere manieren
1. Als je verwijst naar een onbepaald voornaamwoord
2. Als je verwijst naar een overtreffende trap
3. Als je verwijst naar een hele zin
Slide 12 - Tekstslide
1. Als je verwijst naar een onbepaald voornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn woorden als:
alles, iets, niets, het enige
Alles
wat
ik doe, gaat fout.
Het enige
wat
ik zie, is mist.
Er is
niets
wat
me tegen kan houden.
Slide 13 - Tekstslide
2. Als je verwijst naar een overtreffende trap
Die show is het
mooiste
wat
ik ooit gezien heb.
Het
lekkerste
wat
ik ooit gegeten heb, is sushi.
Is dat het
gekste
wat
je ooit gedaan hebt?
Slide 14 - Tekstslide
3. Als je verwijst naar een hele zin
We gingen met z'n allen op vakantie naar Frankrijk
,
wat
ik erg leuk vond.
De Zuidelijke Europese landen hebben hun betalingsbalans niet op orde
,
wat
tot veel onrust leidt op de financiële markten.
Slide 15 - Tekstslide
Het geld ... hij geleend had, was al snel opgemaakt.
A
Dat
B
Wat
Slide 16 - Quizvraag
Ik ga die wedstrijd winnen, al is dat het laatste ... ik doe!
A
Dat
B
Wat
Slide 17 - Quizvraag
Wie of waar?
Bij
personen
: voorzetsel +
wie
Bij
zaken
:
waar
+ voorzetsel
Slide 18 - Tekstslide
Wie of waar?
Personen:
De
bakker,
over wie
veel geruchten rondgaan, heeft dit jaar weinig brood verkocht.
Slide 19 - Tekstslide
Wie of waar?
Zaken
De
printer
waarover
zoveel geklaagd wordt, is nu echt kapot.
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Nieuw Nederlands
Nieuw Nederlands digitaal (klaargezet)
Linkjes via planner Class Notebook
Slide 21 - Tekstslide
Als het goed is, weet/kun je nu...
- Verwijswoorden gebruiken die passen bij het antecedent
- De regels voor het gebruik van de juiste verwijswoorden
- Onjuiste en onduidelijke verwijzingen voorkomen
Slide 22 - Tekstslide
Het leukste ... ik vandaag geleerd heb, is juist verwijzen in een zin :)
A
Dat
B
Wat
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Verwijswoorden
Maart 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Formuleren 4-havo
November 2018
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Zinnen begrenzen
November 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Fouten met verwijswoorden
Januari 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
S35 - Het vragend en betrekkelijk voornaamwoord
Mei 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
verwijswoorden
Maart 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Ma 28 november verwijswoorden
November 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
verwijswoorden
November 2018
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3