Schrijf zoveel mogelijk zoogdieren op die je kent.
Als deze opdracht te moeilijk is, ga dan naar de volgende pagina. Gebruik de afbeelding en laat ze daarna zoveel mogelijk dieren op deze bladzijde opschrijven.
Slide 24 - Open vraag
Hier zie je alle zoogdieren.
Ga nu terug naar de vorige vraag en geef een antwoord.
Slide 25 - Tekstslide
Filmpje staat op de volgende pagina.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Kijk naar het plaatje. Welke amfibieen en reptielen zie je? Schrijf het op bij de volgende vraag. Kijk goed!
Slide 28 - Tekstslide
Reptielen en amfibieën
Slide 29 - Woordweb
Filmpje staat op de volgende pagina.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Welk dier is geen vis?
A
Orka
B
Goudvis
C
Zalm
D
Karper
Slide 32 - Quizvraag
Filmpje staat op de volgende pagina.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Welke vogels ken je?
Slide 35 - Woordweb
Filmpje staat op de volgende pagina.
Voorafgaand wat vragen: wat is het verschil tussen warmbloedig en koudbloedig? Hoe zorgt een vogel ervoor dat hij het niet koud krijgt? Hoe blijven de voeten warm? Daarna kun je het filmpje kijken, twee pagina's verder.
Slide 36 - Tekstslide
Filmpje staat op de volgende pagina.
Voorafgaand wat vragen: wat is het verschil tussen warmbloedig en koudbloedig? Hoe zorgt een vogel ervoor dat hij het niet koud krijgt? Hoe blijven de voeten warm? Daarna kun je het filmpje kijken, twee pagina's verder.
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
Slide 39 - Video
Pas de informatie op de achterkant van het dier aan aan het niveau. Als leerlingen het moelijk vinden, schrijven ze bijvoorbeeld alleen de naam van het dier op en waar het dier leeft.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Voorbeeld
Op de voorkant teken in de aap. Op de achterkant schrijf ik:
Chimpansee
Leeft in West- tot Oost Afrika
Zoogdier
Warmbloedig
2 kenmerken: Hij heeft een vacht en kan wel 40 jaar oud worden.
Je gaat met je groepje nog antwoord geven op een paar vragen over dieren. Kijken wie het meest over de dieren weet:)
Als aanvulling staat er ook nog een werkboekje op Sharepoint wat je ook nog in kan zetten bij deze lessen ter afwisseling. Dit werkboekje (of een gedeelte ervan) kun je zelf printen als je daar behoefte aan hebt.
Slide 44 - Tekstslide
Hoeveel poten heeft een insect?
A
8
B
4
C
2
D
6
Slide 45 - Quizvraag
Hoe noemen we een groep vissen?
A
een kudde
B
een club
C
een school
D
een klas
Slide 46 - Quizvraag
Wat is bij de hond het beste ontwikkeld? (beste zintuig)
A
ogen
B
neus
C
maag
D
oren
Slide 47 - Quizvraag
Wat is er zo bijzonder aan slakken?
A
ze kunnen eerst een man zijn en daarna een vrouw
B
ze zijn een man een vrouw tegelijk
C
ze kunnen meer dan 100 jaar oud worden
D
er is niks bijzonders aan een slak
Slide 48 - Quizvraag
In welke volgorde krijg je een vlinder?
A
pop, ei, rups, vlinder
B
ei, pop, vlinder
C
ei, rups, pop, vlinder
D
ei, pop, rups, vlinder
Slide 49 - Quizvraag
Wat is het snelste dier van de hele wereld?
A
een jachtluipaard (cheeta)
B
een paard
C
een leeuw
D
een haas
Slide 50 - Quizvraag
Wat eten reuzenpanda's?
A
bamboe
B
appels
C
gras
D
andere dieren
Slide 51 - Quizvraag
Welke kleur heeft de tong van een giraffe?
A
geel
B
oranje
C
bruin
D
blauw
Slide 52 - Quizvraag
Wat vond je leuk en wat vond je niet leuk aan deze les?