2M T4 Grammar

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welcome everybody! We'll be picking up the online classes from where we left off. 

All you need the coming week and a half is your book and LessonUp!

Slide 2 - Tekstslide

Update on your Theme Test
For now, there are no plans to take the test online. This means that the test will be moved to the week after the holiday.

Questions?

Slide 3 - Tekstslide

Plan for today:
Repeat Grammar E and Grammar I
Practise
Time for questions

Slide 4 - Tekstslide

Do you recall which grammar topics we discussed the past weeks? If yes, what were they?

Slide 5 - Open vraag

The plurals and future tenses
We talked about how to make plurals (meervoudsvormen)
and about different ways to talk about the future (toekomst).

You can use three ways to talk about the future:
- present simple (He leaves at ten.)
- to be going to (She is going to a soccer game.)
- will (They think it will rain next week.)

Slide 6 - Tekstslide

Deze komt vast bekend voor! Dit zijn de verschillende regels om meervouden te maken.

Slide 7 - Tekstslide

What is the plural of:
woman
A
women
B
womans
C
women's
D
woman's

Slide 8 - Quizvraag

What is the plural of:
bus
A
buss
B
bus's
C
buses
D
busses

Slide 9 - Quizvraag

What is the plural of:
elf
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 10 - Quizvraag

What is the plural of:
library
A
library's
B
librarys
C
libraryes
D
libraries

Slide 11 - Quizvraag

What is the plural of:
wife
A
wifes
B
wife's
C
wives
D
wive's

Slide 12 - Quizvraag

Good work! Moving along to the future tenses now!

Slide 13 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je de present simple als je het over de toekomst hebt?
A
Voor voorspellingen, beloftes en wanneer je iets aanbiedt.
B
Voor dingen die volgens een schema of rooster verlopen.
C
Voor wanneer je met zekerheid kunt zeggen dat iets gaat gebeuren.

Slide 14 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je ''to be going to'' wanneer je het over de toekomst hebt?
A
Voor voorspellingen, beloftes en wanneer je iets aanbiedt.
B
Voor dingen die volgens een schema of rooster verlopen.
C
Voor wanneer je met zekerheid kunt zeggen dat iets gaat gebeuren.

Slide 15 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je ''will'' in de toekomstige tijd?

Slide 16 - Open vraag

Fill in:
Do you think it ......................... next week?
A
rains
B
is going to rain
C
will rain

Slide 17 - Quizvraag

Fill in using the right future tense:
The train .................. (leave) at ten past six.

Slide 18 - Open vraag

Fill in using the right future tense:
I ............................. (go) to a concert tonight!

Slide 19 - Open vraag

Fill in using the right future tense:
I promise I ................... (protect) your kid!

Slide 20 - Open vraag

Do you have any
questions left?

Slide 21 - Woordweb

Did you expand your knowledge of the grammar topics today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Good work today, see you tomorrow!

Slide 23 - Tekstslide