U1: To be

Complete the grid
ik ben
you are
he's
zij is
it is 
wij zijn
you're
they are
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Complete the grid
ik ben
you are
he's
zij is
it is 
wij zijn
you're
they are

Slide 1 - Tekstslide

The verb 'TO BE'

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zeg je 'ik ben' in het Engels?

Slide 3 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 4 - Tekstslide

You...(to be) a nice person.
(Missing part only)

Slide 5 - Open vraag

They ...(to be) big football fans.

Slide 6 - Open vraag

He ...(to be) late.

Slide 7 - Open vraag

We ..(to be) best friends.

Slide 8 - Open vraag

I ...(to be) really tired.

Slide 9 - Open vraag

James ..(to be) at school.

Slide 10 - Open vraag

Mary and James ...(to be) really good friends.

Slide 11 - Open vraag

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
negative
(negatief)
I
am not
I'm not
You
are not
You aren't
She
is not
She isn't
He
is not
He isn't
It
is not
It isn't
We
are not
We aren't
You
are not
You aren't
They
are not
They aren't
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet

Slide 12 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 13 - Tekstslide

Maak de ontkenning (-) met 'to be':
She ...... (not, to be) happy.

Gebruik de lange vorm. Alleen ontbrekende woorden

Slide 14 - Open vraag

Maak de ontkenning (-) met 'to be':
He ...... (not, to be) young.

Gebruik de korte vorm. Alleen ontbrekende woorden

Slide 15 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be'.
John and I ..... (not, to be) a couple. (korte vorm)

Slide 16 - Open vraag

Maak een vragende zin met 'To Be'
... you going to the party tonight?

Slide 17 - Open vraag

Maak een vragende zin met 'To Be',
.... he a good football player?

Slide 18 - Open vraag