Verliefdheid
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie verliefd is, voelt minder pijn dan wie niet verliefd is.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Van een verliefdheid ga je meer eten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Als mijn ouders het er niet mee eens zijn dat ik verkering neem, doe ik het niet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Als je verliefd bent, is daar niets aan te doen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
In sommige culturen zoenen ze met de neus
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Verkering neem je alleen als je met die persoon zou willen trouwen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Een jongen en een meisje kunnen ook goede vrienden zijn zonder verliefd te zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
In sommige landen is zoenen op straat verboden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Als verliefdheid echt is, kan het je hele leven blijven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een nadeel van een relatie is dat je weinig tijd hebt voor vrienden, school en hobby's
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'hormonen'?
A
Hormonen zijn stoffen die je nodig hebt om puber te worden.
B
Hormonen zorgen voor bloed door je lijf.
C
Het hormoon is een stofje dat regelt hoe bepaalde dingen in je lichaam en geest werken, bijvoorbeeld of je verliefd wordt.
D
Alleen in de puberteit heb je last van je hormonen.
Slide 12 - Quizvraag
Waardoor voel je je blij als je verliefd bent?
A
De vlinders in je buik
B
Je cadeautjes krijgt
C
D
Hormonen Dopamine en serotonine
Slide 13 - Quizvraag
Ik ben..
A
niet verliefd
B
Verliefd
C
nooit verliefd geweest
D
weleens verliefd geweest
