NN1 Praktijkopdracht H2

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon en oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Tekstslide


Lesdoel:
  • Ik kan een korte tekst schrijven mbv de 5W+H vragen
  • Ik kan de tekst in alinea's verdelen
  • Ik kan hoofdletters en leestekens op de goede plek zetten

Slide 3 - Tekstslide

Wat kan je verbeteren aan deze tekst?
Bas: Hey gaan jullie straks mee skaten?
Suus: lijkt me maar hep nog wel.
Brahim: Leuk zin in.

Slide 4 - Open vraag

Het is belangrijk om volledig te zijn in je verhaal!

Bas: Hey gaan jullie straks mee skaten?
Suus: lijkt me maar hep nog wel.
Brahim: Leuk zin in.
Bas: Hey, gaan jullie om 14:00 ook mee skaten in Park Presikhaaf?

Suus: Dat lijkt mij erg leuk maar heb nog wel boksles tot 14:15.

Brahim:  Leuk ik heb er zin in. Ik zal er om 14:00 zijn. Zullen we dan afspreken bij de pipe? Dan zien we jou Suus na je boksles?

Slide 5 - Tekstslide

Het is dus handig om aan te geven:
Wie: wie gaat er mee
wat: gaan ze doen
waar: spreken we af
wanneer: komen we samen
waarom: kan je wel/niet
hoe: wil je afspreken

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Korte tekst schrijven


Voorbeelden:

- een verslagje van iets wat je met de klas hebt gedaan

- een uitnodiging voor een verjaardagsfeest


Slide 8 - Tekstslide

Korte tekst schrijven

Als je een korte tekst schrijft is handig om eerst alle informatie op een rijtje te zetten.

Daarvoor gebruik je zes vragen:

wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Deze vragen noemen we de 5w+h-vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Zo schrijf je een korte tekst:
  • Schrijf op een papiertje kort de antwoorden op de 5w+h-vragen.
  • Vertel eerst het belangrijkste.
  • Daarna geef je meer informatie over het hoe en waarom.

  • Verdeel je tekst in alinea’s.
  • Daar wordt de tekst overzichtelijker van.

    • Denk aan het gebruik van hoofdletters en leestekens!

    Slide 10 - Tekstslide

    5w + h-vragen
    • wie
    • wat
    • waar
    • wanneer
    • waarom
    • hoe

    Slide 11 - Tekstslide

    Korte tekst schrijven



    -Je gaat een korte tekst schrijven 

    Kijk voor de opdracht op bladzijde 60 van je boek


    Slide 12 - Tekstslide