3TL 5.1 les 1 Prikkels en signalen

Gedrag hoofdstuk 5 
  • 5.1 Prikkels en signalen les 1
  • 5.2 Sociaal gedrag
  • 5.3 gedrag onderzoeken
  • 5.4 gedrag leren
  • 5.5 Omgaan met dieren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gedrag hoofdstuk 5 
  • 5.1 Prikkels en signalen les 1
  • 5.2 Sociaal gedrag
  • 5.3 gedrag onderzoeken
  • 5.4 gedrag leren
  • 5.5 Omgaan met dieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dag gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
  • Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
  • Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gedrag?

Slide 3 - Woordweb

Voor ik begin wil ik jullie vragen wat jullie weten over gedrag. Je mag proberen uit te leggen wat het is of gewoon voorbeelden noemen ervan.
Begintaak
Schrijf op wat volgens jou gedrag is. 

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
Gedrag = alles wat een mens of dier doet
Gedrag = een reactie op prikkels

Gedrag wordt veroorzaakt door:
  • inwendige prikkels
  • uitwendige prikkels
Gedrag ontstaat door een reactie (respons) op die prikkels

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
  • Prikkel: verandering waarop je kunt reageren
  • Inwendige prikkel:  prikkel veroorzaakt door je eigen lichaam zoals honger, agressie of seksuele drift
  • Uitwendige prikkel: prikkel uit je omgeving zoals licht of geluid

Prikkels komen binnen bij zintuigen.
Zintuigen geven een impuls aan het zenuwstelsel
Je hersenen reageren en zorgen dat je lichaam reageert = respons
Respons: een reactie op een prikkel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie
Een respons is een reactie op een prikkel.

Je ruikt de patat (uitwendige prikkel)
Je hebt geen honger (inwendige prikkel)
Je koopt geen patat = respons
De motivatie is laag

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag wordt veroorzaakt door de reactie op inwendige en uitwendige prikkels.

Werkt een prikkel altijd?

A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Gedrag wordt veroorzaakt door de reactie op inwendige en uitwendige prikkels.


Werkt een prikkel altijd? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nee
Soms kan je een prikkel niet waarnemen (drempelwaarde)
Soms behoeft een prikkel geen reactie (geen motivatie)

Motivatie (inwendige prikkel) bepaald vaak of gedrag wel of niet vertoond wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in drempelwaarde

Als een prikkel te klein is, dan kan het zintuig het niet waarnemen.

De prikkel is beneden de DREMPELWAARDE.


De drempelwaarde is bij verschillende organismen anders: een hond kan beter horen dan een mens.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drempelwaarde is niet altijd even hoog:
Als iemand ergens erg goed op let, dan zal hij iets sneller horen.
Op dat moment is de drempelwaarde lager.

Als je afgeleid bent, hoor je het juist niet... 
De drempelwaarde is hoger
 
De drempelwaarde is bij verschillende organismen anders: een hond kan beter horen dan een mens

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de drempelwaarde van je gehoor als je je concentreert om goed te luisteren?

A
De drempelwaarde wordt hoger.
B
De drempelwaarde wordt lager.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na verloop van tijd hoort iemand de klok niet meer tikken.
Wat is er met de drempelwaarde gebeurt?
Wat is de biologische term voor dit verschijnsel?
A
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
B
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
C
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet gewenning.
D
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet gewenning.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dag gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
  • Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
  • Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen: blz. 97 t/m 104
Maken opdracht 9 t/m 13 en 15 t/m 18


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies