PW Chapitre 2 V2
Vocabulaire A:
we komen
we komen
1 / 34
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Vocabulaire A:
we komen
we komen
Slide 1 - Open vraag
Vocabulaire A:
delen
delen
Slide 2 - Open vraag
Vocabulaire A:
soms
soms
Slide 3 - Open vraag
Vocabulaire A:
vaak
vaak
Slide 4 - Open vraag
Vocabulaire B:
de schildpad
de schildpad
Slide 5 - Open vraag
Vocabulaire B:
het voedsel, het eten
het voedsel, het eten
Slide 6 - Open vraag
Vocabulaire B:
we kunnen
we kunnen
Slide 7 - Open vraag
Vocabulaire B:
het konijn
het konijn
Slide 8 - Open vraag
Vocabulaire E:
dus
dus
Slide 9 - Open vraag
Vocabulaire E:
winnen
winnen
Slide 10 - Open vraag
Vocabulaire E:
snel
snel
Slide 11 - Open vraag
Vocabulaire E:
de mobiele telefoon
de mobiele telefoon
Slide 12 - Open vraag
Vocabulaire F:
de stoel
de stoel
Slide 13 - Open vraag
Vocabulaire F:
het landschap
het landschap
Slide 14 - Open vraag
Vocabulaire F:
slapen
slapen
Slide 15 - Open vraag
Vocabulaire F:
leven
leven
Slide 16 - Open vraag
Komt dit Franse bijv. nw. ervoor of erachter?
bon
bon
A
ervoor
B
erachter
Slide 17 - Quizvraag
Komt dit Franse bijv. nw. ervoor of erachter?
mignon
mignon
A
ervoor
B
erachter
Slide 18 - Quizvraag
Komt dit Franse bijv. nw. ervoor of erachter?
pénible
pénible
A
ervoor
B
erachter
Slide 19 - Quizvraag
Komt dit Franse bijv. nw. ervoor of erachter?
beau
beau
A
ervoor
B
erachter
Slide 20 - Quizvraag
Komt dit Franse bijv. nw. ervoor of erachter?
câlin
câlin
A
ervoor
B
erachter
Slide 21 - Quizvraag
Komt dit Franse bijv. nw. ervoor of erachter?
vieux
vieux
A
ervoor
B
erachter
Slide 22 - Quizvraag
Schrijf de goede vorm op van dit Franse bijv. nw.
les ... oiseaux (grand)
les ... oiseaux (grand)
Slide 23 - Open vraag
Schrijf de goede vorm op van dit Franse bijv. nw.
les copines ... (intelligent)
les copines ... (intelligent)
Slide 24 - Open vraag
Schrijf de goede vorm op van dit Franse bijv. nw.
ma tortue ... (actif)
ma tortue ... (actif)
Slide 25 - Open vraag
Schrijf de goede vorm op van dit Franse bijv. nw.
une ... cousine (vieux)
une ... cousine (vieux)
Slide 26 - Open vraag
Schrijf de goede vorm op van dit Franse bijv. nw.
trois chaises ... (nul)
trois chaises ... (nul)
Slide 27 - Open vraag
Schrijf de goede vorm op van dit Franse bijv. nw.
Quatre ... lits (nouveau)
Quatre ... lits (nouveau)
Slide 28 - Open vraag
Schrijf de goede werkwoordsvorm op (le présent)
Elles ... (travailler)
Elles ... (travailler)
Slide 29 - Open vraag
Schrijf de goede werkwoordsvorm op (le présent)
On ... (jouer)
On ... (jouer)
Slide 30 - Open vraag
Schrijf de goede werkwoordsvorm op (le présent)
Nous ... (trouver)
Nous ... (trouver)
Slide 31 - Open vraag
Schrijf de goede werkwoordsvorm op (le présent)
Tu ... (donner)
Tu ... (donner)
Slide 32 - Open vraag
Schrijf de goede werkwoordsvorm op (le présent)
Je ... (parler)
Je ... (parler)
Slide 33 - Open vraag
Schrijf de goede werkwoordsvorm op (le présent)
Vous ... (habiter)
Vous ... (habiter)
