Relaties tussen ontwikkeling en migratie

• Aardrijkskunde
• Secundair onderwijs

Relaties tussen ontwikkeling en migratie?

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de relatie tussen ontwikkeling en migratie uitleggen. Aan het einde van de les kun je de verschillen tussen de Global North en the Global South beschrijven. Aan het einde van de les kun je de impact van sociaal-economische ontwikkeling op migratiepatronen herkennen. Aan het einde van de les kun je de paradox tussen ontwikkeling en migratie analyseren. Aan het einde van de les kun je de Human Development Index (HDI) en inkomen per inwoner koppelen aan migratiebewegingen.

Wat weet je al over de relaties tussen ontwikkeling en migratie?

 Global North en Global South

• Global North: Landen die als ontwikkeld worden beschouwd met een hoog inkomen. 
• Global South: Landen met een lager inkomen, vaak beschouwd als minder ontwikkeld.

Europa hoort bij:

Global North

Global South

Noord-Amerika hoort bij:

Global North

Global South

India hoort bij:

Global North

Global South

grens op kaart

Het verband tussen ontwikkeling en migratie

economisch:

politiek:

sociaal:

Het verband tussen ontwikkeling en migratie

economisch:

-  kansen op werkgelegenheid

politiek:

- conflicten 

sociaal:

- toegang tot onderwijs

Voor wat staat HDI

1. Hele Dikke Insect
2. human development index
3. human development ice
4. geen idee

De rol van de Human Development Index (HDI) en inkomen bij migratie

Human -->

Development -->

Index -->

betekenis:

De rol van de Human Development Index (HDI) en inkomen bij migratie

Human --> mens

Development --> ontwikkelings

Index -->graad

betekenis:

maatstaf voor levenskwaliteit

Definitielijst

• Global North: Landen die als ontwikkeld worden beschouwd met een hoog inkomen.
• Global South: Landen met een lager inkomen, vaak beschouwd als minder ontwikkeld.
• Human Development Index (HDI): Een maatstaf voor ontwikkeling die kijkt naar levensverwachting, onderwijs en inkomen per hoofd van de bevolking.
• Emigratie: Het verlaten van het eigen land om in een ander land te gaan wonen.

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 1 ding op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.