B4, T8, paragraaf 1, Het zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Thema 8

Regeling 

Paragraaf 1

HET ZENUWSTELSEL

Doelen

8.1.1 Je kunt de delen van het zenuwstelsel noemen.

8.1.2 Je kunt de werking van het zenuwstelsel beschrijven.

De hele dag gebeurt er van alles waar we op reageren!

Kijk maar naar deze fietser!

Je zenuwstelsel bestaat uit:

• De zenuwen
• Het centrale zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg

Bouw zenuwstelsel

Hersenen zitten goed beschermd door je schedel.

Het ruggenmerg door je wervelkolom. 

Reageren op je omgeving

1. Je ontvangt prikkels met je zintuigen.
2. Je zintuigen sturen seintjes naar het zenuwstelsel.
3. Via het zenuwstelsel komen de seintjes (impulsen) bij je hersenen.
4. Je hersenen sturen een seintje naar je spieren.
5. Je spieren trekken samen, beweging wordt uitgevoerd. 

Bij elk zintuig hoort een prikkel.

Een prikkel is een invloed vanuit de omgeving of van binnenuit. 

Denk maar het geluid van de voordeur of dat je moet plassen.

Verschillende zintuigen reageren op verschillende prikkels

Verschillende prikkels

Verschillende zintuigen om prikkels mee op te merken:

Geurzintuig

Tastzintuigen

Zichtzintuig

Hoorzintuig

Smaakzintuig

Ieder zintuig reageert op 1 prikkel!

Verschil impuls en prikkel:

prikkel is een invloed vanuit de omgeving

Impuls is de reactie op de prikkel waardoor er in je hersenen iets gaat reageren. 

Deze impulsen gaan via je zenuwen naar de hersenen.

Verschillende prikkels

Uitwendige prikkel: prikkel die je met je zintuigen opvangt.

Inwendige prikkel: prikkel die je lichaam geeft. Denk maar aan je hongergevoel!

Huiswerk 

Lezen: thema 8 paragraaf 3 en 4, 5

Maken: Thema 8 paragraaf 1 en 2

Leren: flitskaarten basisstof 1

en maken test jezelf