Instroom 2 opdracht 3 Urine incontinentie
1 / 32
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
VOORKENNIS OPHALEN
1. Wat weet je al over urine-incontinentie?
1. Wat weet je al over urine-incontinentie?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
2. Hoeveel van jouw zorgvragers hebben te maken met urine-incontinentie
Slide 5 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
3. Welke vormen van urine-incontinentie ken je allemaal?
Slide 6 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
De blaas en de plasbuis worden door de bekkenbodemspieren en het bindweefsel op hun plaats gehouden. De blaas en de plasbuis worden afgesloten door een kringspier. Wanneer de blaas vol is en je gaat plassen, ontspannen de kringspier en bekkenbodemspieren zich.
4. Wat is urine-incontinentie?
A
Willekeurig verlies van urine
B
Willekeurig verlies van urine en ontlasting
C
Onwillekeurig verlies van urine en ontlasting
D
Onwillekeurig verlies van urine
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
5. Hoe vaak komt incontinentie voor?
A
Ongeveer 1 op de 10 mensen
B
Ongeveer 1 op de 20 mensen
C
Ongeveer 1 op de 30 mensen
D
Ongeveer 1 op de 40 mensen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
6. Bij welke doelgroep komt urine-incontinentie vaker voor?
A
Kinderen tussen 3 en 6 jaar
B
Kinderen tussen 6 en 11 jaar
C
Jongeren
D
Ouderen
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
7. Bij welk geslacht komt urine-incontinentie vaker voor?
A
Vrouwen
B
Mannen
Slide 11 - Quizvraag
Met name stress inc agv verminderde bekkenbodemspieren
Slide 12 - Tekstslide
Stress inc --> bij inspanning, hoesten niezen etc
Urge inc --> Plots moeten plassen, urine komt direct
Reflex inc --> als gevolg van neurologische aandoening blaasspieren niet goed kunnen aansturen
Overloop -->ook wel druppel inc genoemd
Functionele --> agv lichamelijke of cognitieve beperking
Op plaatje staat transient dit is van overgaan de aard, bijvoorbeeld na bevalling
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
8. Wat is de andere naam voor 'stressincontinentie'?
A
Overloopincontinentie
B
Functionele incontinentie
C
Inspannings-incontinentie
D
Urge-incontinentie
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
9. Wat is de andere naam van 'urge-incontinentie'?
A
Overloopincontinentie
B
Hormonale incontinentie
C
Druppelincontinentie
D
Aandrang incontinentie
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
10. Welke 2 symptomen zijn passend bij 'overloop incontinentie'?
A
Stoornis aan het zenuwstelsel
B
Onregelmatig verlies van druppeltjes urine
C
Geen aandrang voelen
D
Urine komt bij plotselinge drukverhoging
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
11. Druppelincontinentie is typisch een probleem die voorkomt bij ......?
Mannen
Vrouwen
Beiden
Slide 17 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
12. Waar wordt 'reflexincontinentie' door gekenmerkt
Meerdere antwoorden kunnen goed zijn
Meerdere antwoorden kunnen goed zijn
A
Er is sprake van een stoornis van het zenuwstelsel
B
De controle over de blaasspieren is totaal verdwenen
C
Komt veel bij verlammingen voor
D
Wordt veroorzaakt door een vergrote prostaat
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
13. Bij welke mensen komt 'incontinentie door psychische oorzaken' voor?
Meerdere antwoorden zijn goed.
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Mannen
B
Mensen met dementie
C
Mensen met een halfzijdige verlamming
D
Kinderen ouder dan vijf tot zes jaar in de nacht
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
14. Incontinentie die bij vrouwen tijdens de menopauze veroorzaakt wordt noemen we.....
Reflex-incontinentie
Urge-incontinentie
Stress- incontinentie
Hormonale incontinentie
Functionele incontinentie
Slide 20 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
15. Bij functionele incontinentie is er ......
Sprake van een goede blaaswerking
Slechte blaaswerking
Bekken-instabiliteit
Sprake van een overvolle blaas
Slide 21 - Poll
Bij functionele inco ligt het aan de lichamelijke of cognitieve beperking, niet aan de blaas.
16. Welke verpleegkundige zorg is er nodig bij urine-incontinentie?
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
17. Welke behandelingen kunnen er ingezet worden bij urine-incontinentie?
Slide 23 - Open vraag
Biofeedback --> electronische meting van spierspanning van de bekkenbodemspieren. Met als doel lichaamssignalen te leren herkennen.
Sans --> electrische prikkel van zenuw in de buurt van blaas en bekkenbodem
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
18. Wat denk jij dat 'incontinentie dermatitis' is?
Slide 25 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
19. Waar denk jij dat de verpleegkundige zorg uit bestaat bij de zorg voor mensen met 'incontinentie dermatitis'?
Slide 27 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stelling 1:
Stel je voor dat een incontinentiemat voor 3/4 verzadigd is, ga je dan wel of niet verschonen?
Stel je voor dat een incontinentiemat voor 3/4 verzadigd is, ga je dan wel of niet verschonen?
Ja
Nee
Anders
Slide 29 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Stelling 2:
In verpleeghuizen is het noodzakelijk om toiletrondes in te voeren waarbij zorgvragers verplicht naar het toilet worden gebracht?
In verpleeghuizen is het noodzakelijk om toiletrondes in te voeren waarbij zorgvragers verplicht naar het toilet worden gebracht?
Ja
Nee
Anders
Slide 30 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
