Uv 1e jaars ma 26-9

Goedemorgen!

        Nederlands

      1e jaars uv 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!

        Nederlands

      1e jaars uv 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Theorie bouwsteen 1
- Oefening tekstsoorten
- Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Ga naar Lessonup.app en voer de code in: 


Voer je naam in :)

Slide 3 - Tekstslide

Tekstsoorten/tekstdoelen

Slide 4 - Woordweb

Tekstsoorten en tekstdoelen



Tekstsoorten:
- informerende teksten
- overtuigende/betogende teksten
- instruerende teksten
- amuserende/verhalende teksten




Tekstdoelen:
- informeren
- overtuigen/betogen
- instrueren
- amuseren

Slide 5 - Tekstslide

Informeren
Doel: informatie overbrengen, feiten delen.

Kenmerken:
- Alleen feiten
- de schrijver is neutraal (hij laat zijn eigen mening niet zien)

Tekstsoort:
- Krant
- nieuwsbericht
- schoolboek

Slide 6 - Tekstslide

Overtuigen/betogen
Doel: de lezer overtuigen van jouw mening of de lezer aansporen om in actie te komen.

Kenmerken:
- Meningen
- voordelen
- schrijver probeert je over te halen

Tekstsoort:
- reclame
- advertentie
-column/blog

Slide 7 - Tekstslide

Instrueren
Doel: jou instrueren, dat wil zeggen: om je op weg te helpen en je iets zo goed mogelijk te laten uitvoeren.

Kenmerken:
- Opsommingstekens (1,2/-)
- Zin begint met een werkwoord (Pak de schaar....)
- stappenplan

Tekstsoort:
- Recept
- handleiding/gebruiksaanwijzing

Slide 8 - Tekstslide

Amuseren
Doel: Jou amuseren of vermaken (en soms ook aan het denken zetten). 

Kenmerken:
- tekst kan verzonnen zijn
- De schrijver zet een sfeer neer, speelt in op je gevoelens.

Tekstsoort:
- Strip
- Roman
- liedje

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Op papier.

10 teksten -> bepaal het tekstdoel en de tekstsoort van de teksten.

3/4 studenten

+/- 15 minuten
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Klaar?
Ga verder in Taalblokken.

Deze week moet af zijn:
- 1.2 Lezen helemaal
- Spelling H2 paragraaf 2.1 en 2.2

Slide 11 - Tekstslide