2h 2/12Werden

Das Verb "werden"
twee betekeninssen: zullen en worden

Zum Beispiel:
Willst du Profi werden?                                   Wil je prof worden?
Du wirst bald fünfzehn.                                 Jij wordt bijna vijftien.
Wir werden morgen zurückkommen.     Wij zullen morgen terugkomen.



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Das Verb "werden"
twee betekeninssen: zullen en worden

Zum Beispiel:
Willst du Profi werden?                                   Wil je prof worden?
Du wirst bald fünfzehn.                                 Jij wordt bijna vijftien.
Wir werden morgen zurückkommen.     Wij zullen morgen terugkomen.



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vul de goede vervoeging van "werden" in.
Ich ...
A
wird
B
werde
C
werd
D
word

Slide 3 - Quizvraag

Vul de goede vervoeging van "werden" in.
Du ...
A
wird
B
werst
C
worst
D
wirst

Slide 4 - Quizvraag

Werkwoord "werden".
Wir ...
A
worden
B
werden
C
wurden
D
wirden

Slide 5 - Quizvraag

Werkwoord "werden".
Meine Schwester ... fünfzehn Jahre alt.
A
wirdt
B
wordt
C
wirst
D
wird

Slide 6 - Quizvraag

Werkwoorden "werden".
Peter und Paul, ihr ........ noch von mir hören!
A
werdt
B
wirdet
C
werdet
D
werden

Slide 7 - Quizvraag

Einstein, wann ...... du mal vernünftig (verstandig).
A
wirst
B
wurst
C
wird
D
werdst

Slide 8 - Quizvraag

Heinz und Hermann ...... morgen kommen.
A
wirden
B
werden
C
wurden
D
worden

Slide 9 - Quizvraag

Wir ....... das schaffen.
A
worden
B
wirden
C
werdet
D
werden

Slide 10 - Quizvraag

Voltooid deelwoord: "werden".
Ich ...
A
binst geworden
B
bin geworden
C
bin gewurden
D
bin gewerden

Slide 11 - Quizvraag

Voltooid deelwoord "werden".
Mein Onkel ....... 60 .......
A
bin geworden
B
hat gewerden
C
ist geworden
D
hat geworden

Slide 12 - Quizvraag

üben!
Bekijk eerst nog even de uitleg, en maak dan Übung 1+2!

Link uitlegvideo
Übung 1 werden
Übung 2 haben/sein

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
Das Verb "werden" kann ich schon ganz gut!

Slide 15 - Tekstslide