Onderdeel 1 Cursus 1 Meer dan lezen Paragraaf 6 Feit, mening, standpunt en argument

Onderdeel 1 Cursus 1 Meer dan lezen paragraaf 6 Feit, mening, standpunt en argument 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onderdeel 1 Cursus 1 Meer dan lezen paragraaf 6 Feit, mening, standpunt en argument 

Slide 1 - Tekstslide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 38 t/m 45)
- Je schrift 
- Je pen/etui
- Je agenda

Heb je dit niet op tafel, dan zijn spullen niet in orde!
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Je leert feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in de tekst.

Slide 3 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/wat-is-het-verschil-tussen-een-feit-en-een-mening-feiten-staan-vast

Slide 4 - Tekstslide

Feit:
Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is. Je kunt een feit controleren.

Bijvoorbeeld: 
Uit onderzoek blijkt dat voetbal een belangrijke rol speelt in het leven van miljoenen mensen in Nederland.

 Je kunt de waarheid van deze uitspraak controleren.

Slide 5 - Tekstslide

Mening of standpunt
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt of hoe iemand ergens over denkt.

Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.
Je herkent een mening aan woorden als ik vind en volgens mij

Bijvoorbeeld: 
Ik vind voetbal de leukste sport die er is.

Slide 6 - Tekstslide

Argument
Als je uitlegt waaróm je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument. 

Een argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers

Bijvoorbeeld
Ik vind voetbal de leukste sport die er is (mening), want ik houd van sporten met een bal en van sporten waarbij je moet samenwerken (twee argumenten).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Samen
Startopdracht op blz. 37

Slide 9 - Tekstslide

Tekst 1: Afgesloten
  • We lezen samen tekst 1: Afgesloten

  • Maak opdracht 2  (vraag 1 t/m 9) 
  • We kijken samen na. 

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Fragment opdracht 3
  • we kijken samen het fragment
  • we maken opdracht 3 op blz. 38 

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: Opdracht 4
Waar: blz. 38
Hoe: Individueel
Overleg: geen
Indien klaar: lezen in je leesboek

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk: afmaken opdracht 4 vraag 1 tm 9 (allemaal)
Tekst 2 Dierentuinen: een goed idee of niet?

Slide 13 - Tekstslide

Doelstellingen:
  • Je leert feiten, meningen, standpunten en argumenten in de tekst. 

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een feit en mening?

Slide 15 - Open vraag

Feit of mening?
Ik vind Parijs de mooiste stad van Europa
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quizvraag

Feit of mening?
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quizvraag

Feit of mening?
Het is mooi weer in Parijs
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een argument en waarom is dit belangrijk voor een mening/standpunt?

Slide 19 - Open vraag

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 21 - Open vraag

Vragen?

Slide 22 - Open vraag