P3: Lesgeven Theorie les 2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Succesvol presenteren
Heeft 3 stappen:
1. de voorbereiding
2. de verbale communicatie
3. de non verbale communicatie

Slide 5 - Tekstslide

Het belang van presenteren kun je duidelijk maken aan de hand van een formule:


E = K x A

De kwaliteit van de boodschap (K) en de mate waarin de deelnemers de boodschap accepteren (A) bepalen de effectiviteit van onze communicatie (E). De manier waarop je de boodschap brengt heeft een belangrijke invloed op de acceptatie van de boodschap.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbereiding

Een succesvolle presentatie begint met een goede voorbereiding. Voor een goede voorbereiding is het belangrijk om jezelf de volgende vragen te stellen:

Wie zijn de deelnemers of toehoorders?
Welk effect wil ik bereiken, wat is het doel van de presentatie?
Hoe stem ik de boodschap optimaal af op de doelgroep en het doel?
Hoe bouw ik de presentatie op?

Slide 7 - Tekstslide

Wat was de 3de stap van succesvol presenteren
A
de voorbereiding
B
non verbale communicatie
C
verbale communicatie
D
de evaluatie

Slide 8 - Quizvraag

verbale communicatie
Verbale communicatie kent twee aspecten:

taalgebruik
stemgebruik.

Slide 9 - Tekstslide

Taalgebruik
Bij de verbale communicatie gaat het om de woorden die we gebruiken. De verbale communicatie is de letterlijke inhoud van de boodschap.
  • pas deze aan de doelgroepen aan
  • pas deze aan deelname motieven van sb-deelnemers aan

Slide 10 - Tekstslide

Richtlijnen taalgebruik
  • Stem het taalgebruik af op de doelgroep (leeftijd, intelligentie, ervaring, kennis).
  • Hanteer de regel: hoe concreter hoe beter.
  • Houd het kort.
  • Maak gebruik van voorbeelden.
  • Let op de hoeveelheid informatie die je geeft. Twee boodschappen zijn al meer dan voldoende.
  • Spreek correct Nederlands, vermijd in de regel dialect.
  • Articuleer duidelijk.
  • Kies bewust de positie van waaruit je het beste verstaanbaar bent.Vermijd stopwoorden (even, dadelijk).
  • Controleer of je duidelijk bent overgekomen

Slide 11 - Tekstslide

stemgebruik
  • Je stem is een belangrijk verbaal hulpmiddel bij uitleg en informatie.
  • Het is belangrijk om goed te articuleren, waardoor je goed verstaanbaar bent. Dit geldt zeker in accommodaties met een slechte akoestiek, zoals sommige oude gymzalen en zwembaden.
  • Met je stem kun je niet alleen de woorden uitspreken, maar met behulp van intonatie kun je accent en levendigheid in je verhaal brengen.

Slide 12 - Tekstslide

Een aantal belangrijke richtlijnen voor een goed gebruik van je stem zijn:

  • Maak gebruik van intonatie, waardoor je accenten in je verhaal legt en het geheel levendiger wordt. Vooral jonge kinderen zijn erg gevoelig voor het spannend brengen van een verhaal.
  • Gebruik eenvoudige en begrijpelijke taal; spreek in korte zinnen, zorg voor een logische zinsopbouw en een logische opbouw van je verhaal.
  • Spreek enthousiast.
  • Wissel af in volume en toonhoogte.
  • Spreek rustig en duidelijk, zodat je goed verstaanbaar bent.
  • Je mag best je stem verheffen om bijvoorbeeld de aandacht te vragen. Als je de aandacht hebt, spreek je weer wat zachter.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat weet jij van non verbale communicatie?

Slide 15 - Woordweb

De belangrijkste non-verbale aspecten van presenteren zijn:

  • uiterlijk
  • lichaamshouding
  • gezichtsuitdrukking, oogcontact
  • arm- en handgebaren.

Slide 16 - Tekstslide

Antwoord de volgende dia

Slide 17 - Tekstslide

Draagt je uiterlijk als sportleider bij aan je presentatie? en leg uit waarom!
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Een aantal richtlijnen voor een juiste lichaamshouding van een sportleider zijn:


  • Sta rechtop en ontspannen: laat zien dat je open en oprecht bent en er zin in hebt.
  • Sta op twee benen, leun niet op één been.
  • Wees je bewust van wat de diverse houdingen oproepen. Verander zo nu en dan van houding, kom dynamisch en actief over.

Slide 19 - Tekstslide

Gezichtsuitdrukking, oogcontact

  • Met ons gezicht drukken we van alles uit.
  • De gezichtsuitdrukking van iemand helpt ons bij het aflezen van wat iemand bedoelt te zeggen. Vooral de ogen spelen hierbij een belangrijke rol.
  • Niet voor niets wordt vaak gezegd dat ogen spreken.
  • Door middel van je gezichtsuitdrukking kun jij je verhaal over laten komen zoals het bedoeld is.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Handige richtlijnen voor het bewust gebruikmaken van gezichtsuitdrukking en oogcontact

  • Ondersteun je boodschap met een passende gezichtsuitdrukking. Tijdens uitleg of instructie is oogcontact erg belangrijk.
  • Door oogcontact met de groep kun je een indruk krijgen van hoe je overkomt.Het is goed regelmatig je blik te verplaatsen naar een andere persoon, bij voorkeur iemand die aan een andere kant van de groep zit of staat.
  • Als iemand een vraag stelt, richt je doorgaans eerst je blik op de vraagsteller,Op grote afstand weten de mensen niet meer naar wie je kijkt. Kijk je hun richting op, dan voelt iedereen zich aangesproken.
  • Pas je houding zo nodig aan om goed oogcontact te kunnen maken.

Slide 22 - Tekstslide

Als iemand kleiner is dan jou, ga jij dan door je knieën om instructie te geven?
Ja omdat..
Nee omdat...

Slide 23 - Poll

Arm- en handgebaren

  • Vaak worden onze woorden ondersteund door gebaren met handen en armen.
  • Voor een sport- en bewegingsleider is het gebruik van arm- en handgebaren onmisbaar.
  • Zo steek je twee vingers omhoog bij het maken van tweetallen.

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje.
Observeer de lesgever
  • wat vind jij van haar non-verbale communicatie

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bespreek wat jullie hebben geobserveerd.

Slide 27 - Open vraag

Wat heb ik vandaag geleerd?

Slide 28 - Open vraag

Mijn inzet was vandaag
010

Slide 29 - Poll