Hoofdstuk 3 paragraaf 3 De opkomst van het christendom

3.3: De opkomst van het christendom
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.3: De opkomst van het christendom

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les: 
- Uitleggen waarom de Joden in 66 n.C. tegen de Romeinen in opstand kwamen.
- Uitleggen waarom de joden vanaf 70 n.C. en 132 n.C. niet meer in Judea woonden.
- Uitleggen wat een synagoge is.
- Uitleggen waarom Jezus gekruisigd werd door de Romeinen.
- Uitleggen waarom de volgelingen van Jezus hem Christus noemden.
- Een overeenkomst tussen het christendom en het jodendom kunnen noemen.
- Een verschil tussen het christendom en het jodendom kunnen noemen.

- Het heilige boek van de christenen kunnen noemen.
- Uitleggen waarom de Romeinen niet tolerant waren tegen het christendom.
- Uitleggen hoe er in de 4e eeuw een eind kwam aan de christenvervolgingen.
- Uitleggen wat een staatsgodsdienst betekent.
- Uitleggen hoe de christelijke kerk bestuurd werd in het Romeinse rijk.

Slide 2 - Tekstslide

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 3 - Quizvraag

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 4 - Quizvraag

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 5 - Quizvraag

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat monotheïsme is.

Slide 8 - Open vraag

Hoe verschilde het Jodendom met de Romeinse godsdienst.

Slide 9 - Open vraag

Joden in het rijk
Jodendom: Er is één god. 

Synagoge: Een plek waar joden samenkomen om te bidden. 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom kwamen de Joden in opstand?

Slide 11 - Open vraag

Opstanden onder de Joden:
oorzaken: 
  • Judea wordt een provincie en de joden moeten hoge belastingen betalen.
  • Joden worden beledigd.
  • de tempel wordt verwoest.

Slide 12 - Tekstslide

Opstanden onder de Joden:
gevolgen:
  • opstanden en oorlogen
  • Joden worden vermoord, weggejaagd of as slaaf afgevoerd.
  • hoop op de messias, verlosser groeit

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Leg uit waarom het christendom veel Romeinen aansprak.

Slide 16 - Open vraag

De boodschap:
God beloont goede mensen en straft slechte mensen. De goede boodschap (evangelie) geldt voor iedereen. Voor God is iedereen gelijk, of je nu slaaf of meester, rijk of arm, man of vrouw bent.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit waarom de Romeinen niet tolerant waren tegenover de christenen.

Slide 18 - Open vraag

Christendom verboden
  • Christenen aanbidden maar één God ( monotheïsme)
  • Geloven dat Jezus Christus de Messias is. (Verschil met de joden)
  •  Romeinen aanbidden vele goden (polytheïsme)
  • Christenen weigeren de Romeinse goden en de keizer te vereren. 
  • Het gaat slecht met het Rijk, hier krijgen de Christenen de schuld van.

Slide 19 - Tekstslide

Keizer Nero
Het colosseum 

Slide 20 - Tekstslide

Waarom was Keizer Constantijn belangrijk voor het christendom.

Slide 21 - Open vraag

Keizer Constantijn
  • droom
  • laat zich dopen
  • 313 Tolerantie-edict christendom is niet meer verboden.

Slide 22 - Tekstslide

Staatsgodsdienst:
380: Keizer Theodosius I verbied het vereren van de Grieks-Romeinse goden en maakt van het christendom de enige toegestane godsdienst.

Slide 23 - Tekstslide

Leg uit wat de bisschoppelijke hiërarchie is.

Slide 24 - Open vraag

Christenen in het rijk


De plek waar christenen samenkomen om te bidden heet een kerk. 

Slide 25 - Tekstslide

Christenen in het rijk
Christelijke organisatie:

  1. De paus: Leider van de rooms-katholieke kerk.
  2.  Bischopen: Leiden een kerkelijke provincie. 

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag: 3.3. 
  1. Maken paragraaf 3.3. 
  2. Leren leerdoelen 3.3.  

Slide 27 - Tekstslide