§5.2 Besluiten en besturen in Nederland

§5.2 Besluiten en besturen in Nederland
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§5.2 Besluiten en besturen in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd
  • hoe de regering en het parlement tot stand komen en werken
  • Je kunt het verschil tussen de regering, kabinet en het parlement uitleggen.
  • hoe lagere overheden tot stand komen en werken .
  • hoe het bestuur van het Koninkrijk der Nederlanden is geregeld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Parlement: Eerste en Tweede kamer
Kabinet: Ministers en Staatssecretarissen 
Regering: Koning en ministers

Slide 4 - Tekstslide

Een wet uitvoeren, hoe gaat dat?
Voorbeeld: Watersnoordramp 1953.

  • Drie weken na de ramp: deltacommissie (deskundigen die een plan bedachten).
  • Kabinet (ministers en staatssecretarissen) nam deze plannen over.
  • Kabinet maakt een wetsvoorstel.
  • Tweede kamer keurt wetsvoorstel goed.
  • Eerste kamer keurt wetsvoorstel goed.
  • Koningin zet handtekening.
  • Deltaplan wordt uitgevoerd.

Slide 5 - Tekstslide

Voordat een nieuwe wet geldig is worden er een aantal stappen genomen. In welk antwoord staan de volgende 4 stappen in de juiste volgorde?
A
Regering doet een wetsvoorstel - Het staatshoofd ondertekent de wet - Eerste Kamer keurt de wet goed - Tweede Kamer keurt de wet goed
B
Regering doet een wetsvoorstel - Het staatshoofd ondertekent de wet - Tweede Kamer keurt de wet goed - Eerste Kamer keurt de wet goed
C
Regering doet een wetsvoorstel - Tweede Kamer keurt de wet goed - Eerste Kamer keurt de wet goed - Het staatshoofd ondertekent de wet
D
Regering doet een wetsvoorstel - Eerste Kamer keurt de wet goed - Tweede Kamer keurt de wet goed - Staatshoofd ondertekent de wet

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat past het beste bij Kabinet?
A
Staatshoofd en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Staatshoofd, ministers en staatssecretarissen
D
Tweede Kamer en ministers

Slide 8 - Quizvraag

Wat past het beste bij Regering?
A
Staatshoofd en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Staatshoofd, ministers en staatssecretarissen
D
Tweede Kamer en ministers

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aantekening
Na de watersnoodramp van 1953 stelde de regering de Deltawet op. Na goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer voerde de regering de wet uit.
De regering bestuurt het land. Het parlement controleert de regering en maakt samen met de regering wetten.
De burgers kiezen de Tweede Kamer. Daarna vormt een aantal politieke partijen een nieuwe regering.
Media zijn belangrijk in de politiek voor het doorgeven van informatie tussen politici en burgers.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link