In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H7 - Duurzaamheid
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Afronden H7 - §7.1 t/m §7.3
Vandaag: Uitleg §7.1 + §7.2
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe fossiele brandstoffen worden verwerkt, het versterkte broeikaseffect en de voordelen van biobrandstoffen.
Kun je aan de hand van de atoomeconomie, rendement en E-factor uitleggen welk proces er duurzamer is
Slide 3 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
Slide 4 - Woordweb
§7.1 Fossiele Brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit resten van planten en dieren
Miljoenen jaren geleden
=> Aardolie, Steenkool en Aardgas.
Slide 5 - Tekstslide
§7.1 Verwerking van aardgas en steenkool
Men gebruikt nog steeds veel 'grijze' energie
Slide 6 - Tekstslide
§7.1 Verwerking van aardolie
Aardolie wordt verwerkt door destillatie,
Fracties worden gescheiden op basis van hun kookpunten.
Gefractioneerde destillatie
=> Fracties zijn mengsels van koolwaterstoffen
Slide 7 - Tekstslide
§7.1 Verwerking van aardgas en steenkool
Kraken van grote / zware fracties
-> Zorgt voor kleinere moleculen
=> Er ontstaan altijd mengsels bij kraken
Slide 8 - Tekstslide
§7.1 Verwerking van aardgas en steenkool
Slide 9 - Tekstslide
§7.1 Milieu problemen
Gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot uitstoot van CO2
=> CO2 leidt tot versterking van het broeikaseffect
Het versterkte broeikaseffect leidt tot opwarming van de aarde
De gevolgen zijn onder andere klimaatverandering, smeltende ijskappen en extremere weersomstandigheden.
Slide 10 - Tekstslide
§7.1 Milieu problemen
Gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot uitstoot van NOx en SO2
NO en NO2 zijn giftig voor milieu
=> Katalysator in de motor, wordt omgezet naar N2, CO2 en H2O
SO2 gaat reactie aan met water in de lucht
Hierbij ontstaat zwavelzuur => zure regen
Slide 11 - Tekstslide
§7.2 Biobrandstoffen
Biobrandstoffen zijn duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen en verminderen de uitstoot van broeikasgassen.
Voorbeelden van biobrandstoffen zijn: bioethanol, biodiesel en biogas
Deze worden geproduceerd uit organisch materiaal zoals maïs, suikerriet en plantaardige oliën.
Slide 12 - Tekstslide
§7.2 Biobrandstoffen
Koolstofkringloop
Slide 13 - Tekstslide
§7.2 Biobrandstoffen
1e generatie
Voedselgewassen werden gebruikt voor productie bio-ethanol
Uit maïs, tarwe, suikerbiet, e.d.
Vergisting van de suikers
Bio-diesel uit plantaardige oliën
Om-estering
Slide 14 - Tekstslide
§7.2 Biobrandstoffen
2e generatie
Uit afvalproducten van voeding en andere grondstoffen
Uit maïsstengels, stro, houtsnippers, frituurvet
Vergisting van de suikers
Bio-gas uit plantaardige vergisting
Slide 15 - Tekstslide
§7.2 Biobrandstoffen
3e generatie
Uit algen en zeewier
Algen nemen CO2 op tijdens hun leven
Algen bevatten oliën, waarvan biodiesel gemaakt kan worden
Zeewier bevatten suikers
Door vergisting kan er bio-ethanol van worden gemaakt
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Doorlezen §7.1 & §7.2
Maken:
* §7.1 => opdr. 4, 5, 8
* §7.2 => opdr. 15, 16, 17
Fluisterend overleggen met buur of werken met muziek
Vraag? Steek je hand op
Af? => Geen huiswerk
Slide 17 - Tekstslide
H7 - Duurzaamheid
Slide 18 - Tekstslide
Planning
Afronden H7 - §7.1 t/m §7.3
Vandaag: Uitleg §7.3
Aan de slag
Slide 19 - Tekstslide
§7.3 Duurzame ontwikkelingen
Slide 20 - Tekstslide
§13.1 Duurzaamheid
Hergebruiken: Hetzelfde product schoonmaken en opnieuw gebruiken
Recycling: De grondstoffen gebruiken voor een ander product
=> Kwaliteitsvermindering / Deel wordt opnieuw gebruikt
Cradle to cradle: Product zonder afval omzetten in ander product
=> Alle grondstoffen worden opnieuw gebruikt
Slide 21 - Tekstslide
§13.1 Cradle-to-cradle
Wieg tot wieg
Slide 22 - Tekstslide
§13.1 Groene chemie
C2C vallen onder nieuwe ontwikkeling binnen chemie: ‘Groene Chemie’
=> Verduurzaming in de chemische industrie
Sinds 20-25 jaar is men zich hier bewuster mee bezig gaan houden
Blz. 164: 12 regels ‘Groene Chemie’ (T97F)
Slide 23 - Tekstslide
§13.1 Atoomeconomie
Het maken van een product gaat via reactiestappen.
Je wilt hierbij zo min mogelijk afval hebben.
Dit kun je berekenen met de atoomeconomie:
Hoe hoger het percentage, hoe beter!
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
§13.1 Rendement
Alléén naar atoomeconomie kijken is niet voldoende:
Opbrengst van chemische processen verlopen nooit 100%
Vandaar ook naar rendement kijken:
Hoe hoger het rendement, des te efficiënter een reactie verloopt.
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag
Doorlezen §7.3
Maken:
* §7.3 => opdr. 25, 26, 28
Klaar?
(af)Maken:
* §7.1 => opdr. 4, 5, 8
* §7.2 => opdr. 15, 16, 17
Fluisterend overleggen met buur of werken met muziek