Lundi le 17 avril (H3d-s16)

Bonjour!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Unité 6: gram I en II, feuilleton
- Oefenen met grammaire I via lessonup
- Uitleg grammaire II (deel 1) en oefenen
- Verder werken aan lire feuilleton

Slide 2 - Tekstslide

Verbes en ER, IR et RE
"Je kent de theorie over de ww op ER in verschillende tijden."
-  Kun je voorbeelden van werkwoorden op -ER noemen met de vertaling?
- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -ER,  in de présent?
- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -ER in de passé composé?
- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -ER  in de imparfait?
- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -ER in de futur?

Slide 3 - Tekstslide

Noem in het Frans een regelmatig werkwoord op -ER.

Slide 4 - Woordweb

Aimer
Houden van
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Regelmatige werkwoorden op -er
in de présent.
aime
aiment
aimons
aime
aimes
aimez

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooid verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 6 - Quizvraag

Hoe maak je een Passé composé voor de ww op -ER?
A
avoir/être + ww op é
B
aller/etre + ww op é
C
avoir/être + ww op er
D
avoir/être + ww op é

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de passé composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 8 - Quizvraag

imparfait
A
stam+e,es,e,ons,ez,ent
B
stam nous-vorm + ais,ais,ait,ions,iez,aient
C
hele ww+ ai,as,a,ons,ez,ont
D
avoir/être + volt.dw stam+e,u,i

Slide 9 - Quizvraag

Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai

Slide 10 - Quizvraag

Nous (imparfait) ___
A
écoutons
B
écoutions
C
écoutaions
D
écoutiez

Slide 11 - Quizvraag

hoe maak je de futur simple?
A
stam + uitgangen -ais - ais etc.
B
infinitif + uitgangen -ais -ais etc
C
stam + uitgangen -ai -as-a etc.
D
infinitif + uitgangen -ai -as -a etc.

Slide 12 - Quizvraag

Je
parler
Tu
parler
Elle
parler
Nous
parler
Vous
parler
Ils
parler
Parler au futur simple
ai
as
a
ons
ez
ont

Slide 13 - Sleepvraag

tu........ (regarder, futur simple)
A
tu regarderas
B
tu regardera
C
tu regardas
D
tu regardaser

Slide 14 - Quizvraag

Heb je de theorie van de regelmatige werkwoorden op -er onder de knie?
A
ja
B
nog niet

Slide 15 - Quizvraag

Grammaire II (p.132)
"Je begrijpt de theorie van. de bezittelijke voornaamwoorden (herhaling)"

Slide 16 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Tekstslide

Grammaire II (p.106)
"Je past de theorie van de bezittelijke voornaamwoorden toe (herhaling)"
Faire les exercices 16A et 16B dans ton livre.

Slide 18 - Tekstslide

Lire feuilleton (petit livre)
"Ik kan een verhaal uit een serie begrijpen."
- Résumé du feuilleton Unité 3.
- Lisez et résumez le feuilleton Unité 4: Qui, quoi, quand, où et comment etc...?


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Fin du cours - les objectifs
  • Ik kan een verhaal uit een serie begrijpen.
  • Ik herhaal de bezittelijke voornaamwoorden.

Les devoirs
Samenvatten U4 et Lire feuilleton U5
Afmaken ex 16A en 16B



  • Zet hw in je agenda.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 20 - Tekstslide