code deel 2 hoofdstuk 1 taak 1

• Frans
• Middelbare school
• ISK
• HBO
• Studiejaar 1

code deel 2 hoofdstuk 1 taak 1

Hoofdstuk 1 taak 1

Afrekenen in een winkel

Luisteren

Woordenschat

Spreken

Grammatica

(imperfectum/

diminutief)

wat koop je bij de supermarkt/boekwinkel/kledingwinkel?

Maak opdracht 1 blz.8

Luisteropdracht 2 blz.8

Woordenschat taak 1 blz.26

afrekenen : mag ik afrekenen?/mag ik betalen?

het apparaat : het apparaat werkt

de bak : een bak bier/een bak voor papier en glas

het bedrag : een groot/klein bedrag /ik moet dit bedrag betalen

de beker : een beker melk

het benzinestation 

de betaling : betalingen doen

het broodje : een broodje ham en kaas

contant : ik ga niet pinnen, ik ga contant betalen

gebruiken : ik gebruik mijn telefoon om te bellen en berichtjes te sturen

genoeg : dit jaar heb ik genoeg geld om op vakantie te gaan

groeien :wat is dat kind gegroeid!(groter worden)

hoeven : dat hoef je niet te betalen

insteken : je kan hier je pas insteken en je pincode intoetsen

de kantine : ik ga naar de kantine om iets te halen

de kauwgom : gooi de kauwgom in de prullenbak

de kiosk : ik koop de krant bij de kiosk

de kleding : ze let erg op haar kleding

het kleingeld : ik heb geen kleingeld bij me

lukken. : het lukt niet/ het is gelukt

het pak :  een pak melk /suiker/koffie

de pas : de pinpas

passen (geld) : heb je het gepast?

de pincode

het procent : 20 procent

sparen : geld niet uitgeven

Grammatica : imperfectum  (stam +de/den of te/ten)

ik woon- woon- ik woonde 

we woonden

Soft ketchup !

ik maak -maak - ik maakte

we maakten

Spreken opdracht 5 blz.9

Lezen opdracht  6&7 blz.10 &11