Ordening
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe noem je de celkenmerken van een cel
A
Organen
B
Onderdelen
C
Organellen
D
delen
Slide 2 - Quizvraag
Van welk organisme zie je hier de cellen?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Bacterieën
Slide 3 - Quizvraag
Welke rijken hebben géén celkern?
A
bacterieën
B
schimmels
C
planten
D
dieren
Slide 4 - Quizvraag
Cel kern
Bladgroenkorrels
Celwand
Slide 5 - Sleepvraag
Een plant kan zijn eigen voedsel maken. Dit proces vindt plaats in een bladgroenkorrel. Hoe heet dit proces?
Slide 6 - Open vraag
De mens valt onder het rijk...
A
Bacterieën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren
Slide 7 - Quizvraag
Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke en plantaardige cellen
B
Plantaardige cellen en schimmelcellen
C
schimmelcellen, plantaardige cellen en bacterieën
D
plantaardige, dierlijke en bacteriële cellen
Slide 8 - Quizvraag
Welke organellen heeft een dierlijke cel:
A
bladgroenkorrels en celwand
B
Celmembraan, cytoplasma en celkern
C
bladgroenkorrel, celwand en celmembraan
D
Cytoplasma, celwand en celkern
Slide 9 - Quizvraag
Je ziet hiernaast twee cellen. Benoem de cellen
A
1=Schimmel
2=Bacterie
B
1=Schimmel
2=Dier
C
1=Bacterie
2=Schimmel
D
1=Bacterie
2=Dier
