Vitale functies

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat zijn redenen om vitale functies te meten?

Slide 2 - Open vraag

beschrijf in eigen woorden wat vitale functies zijn en welke meting je daarbij kan doen?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat is een normale hartslag?
A
tussen 60-80
B
tussen 70-90
C
tussen 80-100
D
tussen 50-70

Slide 5 - Quizvraag

een snelle hartslag is:
A
bradycardie
B
hypotensie
C
hypertensie
D
tachycardie

Slide 6 - Quizvraag

wat weet je al over de bloeddruk?

Slide 7 - Woordweb

De volgende factoren kunnen invloed hebben op meting bloeddruk.
A
medicijnen
B
volle blaas
C
emotie
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Wat is een andere naam voor koorts
A
Hyperthermie
B
Febris
C
Subfebriele

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel stadiums zijn er bij de koude rilling?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

Geef een beschrijving per fase wat dit is. Dus Koude fase=
warmte fase=
transpiratiefase=

Slide 13 - Open vraag

In welk stadium van de koude rilling daalt de lichaamstemperatuur sterk?
A
koudestadium
B
transpiratiestadium
C
warmtestadium

Slide 14 - Quizvraag

Waar word er rectaal een temperatuur gemeten?

Slide 15 - Open vraag

Waarom is een rectale meting de meest betrouwbare meting om temperatuur te meten?

Slide 16 - Open vraag

Geef een beschrijving wat je als verzorgende/verpleegkundige kan doen als iemand in de transpiratiefase zit?

Slide 17 - Open vraag

Op welke 5 plaatsen in het lichaam kan de temperatuur opmeten, benoem de plaats en de medisch term

Slide 18 - Open vraag

bij welke temperatuur spreek je van ondertemperatuur?
A
36
B
37
C
35.5

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Wat meet je met een saturatiemeter?

Slide 21 - Open vraag

Een lage ademhalingsfrequentie wordt ook wel bradypneu genoemd.
Stelling: Bij koorts wordt doorgaans vaak een bradypneu gezien.

A
Dit is juist
B
Dit is niet juist

Slide 22 - Quizvraag

bradypneu is een ademhaling van:
A
1- 9
B
0
C
12- 14
D
> 30

Slide 23 - Quizvraag

Tachypneu =
A
Trage hartslag
B
Hoge zuurstofconcentratie
C
Snelle ademhaling
D
Trage ademhaling

Slide 24 - Quizvraag

wat is tachycardie
A
hoge pols
B
lage pols
C
geen pols

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de term als een patiënt een pols heeft van 105

Slide 26 - Open vraag

wat is een andere term voor kortademigheid?

Slide 27 - Open vraag

Wat is een andere term voor blauw zien bij een patiënt?

Slide 28 - Open vraag

welke 4 interventies kan je toepassen bij patiënten met koorts

Slide 29 - Open vraag

1

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Situation
Background
Assessment
Recommendation
Geef aan wie je bent, om welke afdeling en patiënt het gaat en wat het probleem is
Vraag hoe vaak de patiënt gecontroleerd moet worden en wanneer je moet waarschuwen.
Meest recente vitale functies.
Geef aan wat jij ziet dat er moet gebeuren en/of welke onderzoeken nodig zijn.
Korte weergave van de voorgeschiedenis
Geef aan welke veranderingen je zorgelijk vindt.
Geef een kort overzicht van de medische behandeling tot nu toe.

Slide 32 - Sleepvraag