Grammatica zinsdelen H1

Wat weet je van de persoonsvorm?
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je van de persoonsvorm?

Slide 1 - Open vraag

Zet deze zinnen in de verleden tijd en noteer het woord dat verandert.
1. Kim en Niels fietsen samen naar school.
2. Maak jij je huiswerk 's middags of 's avonds?

Slide 2 - Open vraag

Maak van de zinnen een vraagzin. Noteer het woord dat vooraan komt te staan.
1. Sommige leerlingen komen altijd te laat.
2. Gisteren maakte onze klas een toets.

Slide 3 - Open vraag

Werkwoorden en de persoonsvorm
  • Werkwoorden (ww) zijn woorden in een zin die aangeven wat iemand of iets doet of overkomt. Er kunnen meerdere ww in een zin staan, er kan er ook maar 1 in staan.
  • Persoonsvorm (pv) is een van de werkwoorden in de zin. Elke zin heeft een pv. Soms is er maar 1 werkwoord, dus de pv, soms zijn er meerdere ww en dan is er 1 de pv.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je de pv in een zin?
  1. de tijdproef: zet de zin in een andere tijd (tegenwoordige tijd - verleden tijd) en het woord dat verandert is de pv;
  2. de vraagproef: maak van de zin een vraag met dezelfde woorden. Het werkwoord dat vooraan komt is de pv. Deze manier lukt niet altijd. Kijk maar: Waarom is de auto rood?
  3. de getalproef: maak van enkelvoud meervoud en andersom. Het woord dat verandert is de pv.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je de pv in een zin?
  1. de tijdproef: Ik vind sporten leuk > Ik vond sporten leuk
  2. de vraagproef: Ik maak mijn huiswerk > Maak ik mijn huiswerk?
  3. de getalproef: Ik ga naar de Efteling > Wij gaan naar de Efteling

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Belangrijk om te onthouden ..
Bij splitsbare werkwoorden (weglopen / ik loop weg, nakijken / ik kijk na, uitzwaaien / ik zwaai uit) is alleen het stukje dat van tijd verandert of vooraan komt te staan pv!!

Ik keek gisteren toetsen na.
Laat jij straks de hond uit.

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Doorlezen groene theorie p. 26
Maken opdrachten 2 en 3, p. 26+27: Hele zinnen opschrijven en daarna de pv onderstrepen.
Maken opdracht 4, p. 27: alleen pv opschrijven
Klaar? Lezen in je leesboek

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je van de persoonsvorm?

Slide 10 - Open vraag