7.4

7.4
Hoe komt het Rijk rond?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

7.4
Hoe komt het Rijk rond?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- De doelen 
- Terugblikken
- Opdrachten bespreken
- Theorie 7.4 
- Opdracht
-  Zelf aan de slag
- Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

De doelen 
Na deze les :
- kunnen we uitleggen wat een rijksbegroting is
- kunnen we de gevolgen van een begroting opnoemen
- kunnen we opnoemen wat er op prinsjesdag wordt gedaan
- kennen we de belastingen die je als burger aan het Rijk betaalt

Slide 3 - Tekstslide

Terugblikken
- collectieve goederen
- collectieve sector
- begrotingstekort gemeente
- particuliere sector
- marktwerking 
- privatisering

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten bespreken
Open je boek blz 202 
H 7.3 opdrachten bespreken:
27, 35 en 36

Slide 5 - Tekstslide

Theorie 7.4
Prinsjesdag
Rijksbegroting
Miljoenennota
Begrotingstekort
Staatsschuld


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

7.4
Directe belastingen:                                         Indirecte belastingen:
op inkomen,winst en vermogen              kostprijsverhogende bel.
-Vennootschapsbelasting                           - accijns en btw
-Inkomstenbelasting   
Draagkrachtbeginsel                                
                                    

Slide 9 - Tekstslide

Niet-belastingontvangsten:       
- aardgasbaten
- winst uit staatsbedrijven
- boetes
profijtbeginsel

belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm).
motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting).


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Begroting van Papendrecht in 2017.
Maak de opdrachten alleen in stilte en 
gebruik daarbij deze begroting. 
10-15 min tijd. Eerder klaar? rekenopdracht  
Ik loop langs voor vragen.



Slide 11 - Tekstslide

vragen
1.  Bereken het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. Zet erbij of er sprake is van een begrotingstekort of een begrotingsoverschot.  
2. Wat is de grootste inkomstenpost van Papendrecht?  
3. Reken uit hoeveel procent van de totale inkomsten aan deze inkomstenpost wordt besteed?  
4. Wat is de grootste uitgavenpost?   
5. Reken uit hoeveel procent van de totale uitkomsten aan deze uitgavenpost wordt besteed?  
6. Papendrecht heeft 32500 inwoners. Reken uit hoeveel een persoon gemiddeld aan lokale heffingen betaald.
1.  Bereken het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. Zet erbij of er sprake is van een begrotingstekort of een begrotingsoverschot.  
2. Wat is de grootste inkomstenpost van Papendrecht?  
3. Reken uit hoeveel procent van de totale inkomsten aan deze inkomstenpost wordt besteed?  
4. Wat is de grootste uitgavenpost?   
5. Reken uit hoeveel procent van de totale uitkomsten aan deze uitgavenpost wordt besteed?  
6. Papendrecht heeft 32500 inwoners. Reken uit hoeveel een persoon gemiddeld aan lokale heffingen betaald.

Slide 12 - Tekstslide

antwoorden
1- 82.074.000 inkomsten - €80.156.000 uitgaven = 
€1.918.000 begrotingsoverschot 
 
2- Het Rijk 
3- €40.006.000 : €82.074.000 x 100%= 48,7 % 
 
4- Programma Samenleving 
5- €37.510.000 : €80.156.000 x 100% = 46,8 % 
 
6- €13.802.000 : 32500 = €424,68 gemiddeld per inwoner
1- 82.074.000 inkomsten - €80.156.000 uitgaven = 
€1.918.000 begrotingsoverschot 
 
2- Het Rijk 
3- €40.006.000 : €82.074.000 x 100%= 48,7 % 
 
4- Programma Samenleving 
5- €37.510.000 : €80.156.000 x 100% = 46,8 % 
 
6- €13.802.000 : 32500 = €424,68 gemiddeld per inwoner

Slide 13 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maken H7.4 op blz 206 t/m 209 Alleen tot aan 10:15.
Af? verder met rekenopdrachten.
Ik loop langs voor vragen.

HUISWERK VOOR VRIJDAG: AF 7.4!

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
wat vinden we van de module?
wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 15 - Tekstslide