2B1 & 2B2 28-03-22

Unit 4 - Northern Ireland

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 4 - Northern Ireland

Slide 1 - Tekstslide

Unit 4 - Show what you know!
In deze Lesson Up:
- Future - to be going to
- Nu vs feit/gewoonte
- Can & could
- Vraagwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de future?
A
Als je nu iets aan het doen bent
B
Als je iets van plan bent
C
Als het een gewoonte is
D
Als je een vraag hebt

Slide 3 - Quizvraag

Welke zin gaat over de future?
A
I'm reading a book
B
I read books
C
I am going to read a book
D
I have read a book

Slide 4 - Quizvraag

Hoe maak je de future?
Hele werkwoord
+ s
Am/is/are
Going to
Werkwoord+ing
Have/has

Slide 5 - Sleepvraag

Fill in the correct form:
I ............... (visit) my grandparents on Sunday.

Slide 6 - Open vraag

Fill in the correct form:
My brother ................... (study) in London.

Slide 7 - Open vraag

Fill in the correct form:
We ................ (have) diner at a restaurant tonight.

Slide 8 - Open vraag

Present Simple = Feit/gewoonte
Afspraak / regelmaat / gewoonte
The train leaves at ten o'clock every day  

always, never, ever, sometimes, often, every Monday....

Werkwoord +s (shit-regel)

Slide 9 - Tekstslide

Present Continuous = Nu
Op dit moment aan de gang. Je bent iets aan het doen
I am reading a book at this moment

as we speak, at this moment, right now, Look!

am/are/is + werkwoord + ing

Slide 10 - Tekstslide

noem 1 signaalwoord van de present simple

Slide 11 - Woordweb

noem 1 signaalwoord van de present continuous

Slide 12 - Woordweb

Put the signal words in the right box
Present Simple
Present Continuous
Always
Every day
Never
At the moment
Right now
Today
Often
Regularly
Sometimes
Usually
Now

Slide 13 - Sleepvraag

Herken de tijd: 
present simple (gewoonte/feit) of present continuous (nu)


Slide 14 - Tekstslide

Present simple - feit/gewoonte
Present continuous - nu 

He is reading a book.

He writes books.

I am studying English

I usually go to bed by 9 o'clock

She does yoga every Monday.

I am calling my best friend.

He plays Fortnite all the time

Slide 15 - Sleepvraag

Pas in deze zin de "present continuous" toe.

The weather ... beautiful at the moment.
A
look
B
looks
C
is looking

Slide 16 - Quizvraag

Pas in deze zin de "present simple" toe.

She ... to school every morning.
A
walk
B
walks
C
is walking

Slide 17 - Quizvraag

Pas in deze zin de "present simple" toe

He ... that beautiful bird every morning.

A
see
B
sees
C
is seeing

Slide 18 - Quizvraag

Staat deze zin in de present simple of present continuous en waarom?
"He walks to school every morning".

A
PS - Omdat het een gewoonte/ feit of regelmatige gebeurtenis is.
B
PC - Omdat hij dat nu aan het doen is.

Slide 19 - Quizvraag

Staat deze zin in de present simple of de present continuous?
"She is talking to her grandmother right now".
A
Present simple.
B
Present continuous.

Slide 20 - Quizvraag

CAN
COULD
Mogen
Mochten
Konden (niet)
Kunnen (niet)
Zou kunnen
Formeel
Informeel
Vragen aan bekende
Vragen aan onbekende
Zou mogen
Beleefd

Slide 21 - Sleepvraag

Can of could?
Excuse me, sir, .......... I ask you something?
A
Can
B
Could

Slide 22 - Quizvraag

Can or could?

Mum, ......... I go out tonight?
A
Can
B
Could

Slide 23 - Quizvraag

Can or could?
What's that in the tree?
It ............ be an owl.
A
Can
B
Could

Slide 24 - Quizvraag

Can or could?
We ............. go swimming, because the pool was closed.
A
Can't
B
Couldn't

Slide 25 - Quizvraag

Can or could?
I've lost my keys. I ............. find them anywhere.
A
Can't
B
Couldn't

Slide 26 - Quizvraag

Which 'vraagwoorden' do you know?

Slide 27 - Woordweb

Fill in the right word:
...... is that man over there?

Slide 28 - Open vraag

Fill in the right word:
....... are you doing today? I'm fine, thanks!

Slide 29 - Open vraag

Fill in the right word:
......... are you leaving for New York?

Slide 30 - Open vraag

Fill in the right word:

........ did you eat my cookie???
A
How
B
Why
C
Who

Slide 31 - Quizvraag

I am ready for the test!
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

I still need a bit of help with this grammar topic:
Future
Present Simple + Present Continuous
Can + Could
Vraagwoorden
I don't need any help
Alle onderwerpen

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Tekstslide