Impact covid rondom de bevalling

Impact covid op de bevalling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Impact covid op de bevalling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les:
  • Weet je meer over de impact van Covid rondom de bevalling
  • Weet je wat het betekent voor de ouders om de bevalling en/of de eerste dagen van het geboren kind te missen
  • Ben je op de hoogte van de interventies die hierbij kunnen helpen

Slide 2 - Tekstslide

Casus deel 1.
Mevrouw B is 29 + 2 weken zwanger als ze met respiratoire insufficiëntie bij een COVID-19-infectie opgenomen wordt op de OHC (obstetrische high care). Mevrouw heeft zich tijdens de zwangerschap niet laten vaccineren tegen COVID-19, omdat ze bang was voor eventueel negatieve gevolgen voor haar ongeboren kind. Mevrouw krijgt extra zuurstof toegediend en er wordt gestart met dexamethason. Na twee dagen verslechtert haar toestand en wordt ze geïntubeerd en opgenomen op de IC. De foetale conditie is goed en er is op dat moment geen reden om haar kind geboren te laten worden. Twee dagen later wordt de foetale conditie minder en wordt alsnog besloten een sectio caesarea (SC) te verrichten.

Slide 3 - Tekstslide

Casus deel 2
Vader heeft drie weken geleden COVID-19 doorgemaakt en is inmiddels klachtenvrij. Hij kan gelukkig bij de SC van hun eerste kind aanwezig zijn. Moeder wordt onder algehele narcose geopereerd en krijgt er niets van mee. Dochter Sofie heeft een matige start, omdat ze onvoldoende zelf ademt door alle medicatie die moeder krijgt. Er wordt enkele malen naloxon toegediend om het effect van de sederende medicatie op te heffen, maar dit werkt onvoldoende. Een kwartier na de geboorte wordt Sofie geïntubeerd in het bijzijn van vader. Er worden veel foto’s en filmpjes gemaakt en voordat Sofie naar de NICU (neonatale intensive care unit) gaat, wordt zij nog even bij moeder gelegd.

Slide 4 - Tekstslide

Stelling 1. Zwangeren van westerse origine hebben meer kans op een ernstige SARS-CoV-2-infectie.
Stelling 2. De deltavariant van het virus geeft een tweemaal toegenomen kans op een ernstige SARS-CoV-2-infectie.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn onjuist
D
beide stellingen zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Antwoord
Uit zowel de Nederlandse registratie als internationale registratie van zwangere vrouwen met COVID-19, het Netherlands Obstetric Surveillance System (NethOSS1) blijkt, dat bepaalde zwangere vrouwen meer risico lijken te hebben op een ernstige of kritische SARS-CoV-2-infectie. Dit geldt voor vrouwen ouder dan 35 jaar, met (morbide) obesitas, met ernstige onderliggende aandoeningen en van niet-westerse origine. De afgelopen jaar ontstane deltavariant van het virus geeft bij zwangere vrouwen zelfs een tweemaal toegenomen kans op het ontwikkelen van ernstige en kritieke COVID-19.

Slide 6 - Tekstslide

Casus Mevrouw B (vervolg)
De eerste uren na de geboorte ontwikkelt Sofie zuurstofbehoefte passend bij een beeld van respiratory distress syndrome (RDS). Ze krijgt tweemaal surfactant toegediend met goed resultaat. Een dag later kan Sofie gedetubeerd worden en is ademhalingsondersteuning in de vorm van continuous positive airway pressure (CPAP) voldoende. Vader heeft inmiddels met Sofie gebuideld en hiervan zijn foto’s en filmpjes gemaakt. De verpleegkundigen houden ook een dagboek bij, zodat moeder later kan teruglezen wat er allemaal gebeurd is in de eerste levensdagen van Sofie.

Slide 7 - Tekstslide

vervolg
Vier dagen na de geboorte is er een toename van apneus, bradycardieën en saturatiedalingen en ontwikkelt Sofie een neonatale sepsis, waarvoor ze antibiotica krijgt. Voor vader opnieuw een erg spannend moment. Hij pendelt op en neer tussen twee IC’ s en heeft continu zorgen over zijn vrouw en zijn dochter. Sofie knapt gelukkig snel op. De COVID-testen bij Sofie blijven negatief.

Moeder stabiliseert langzaam en met de hulp van lactatiekundigen is er op de IC al gestart met kolven om te proberen de moedermelkproductie op gang te krijgen.
Zes dagen na de geboorte kan moeder gedetubeerd worden.

Slide 8 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met een ‘gouden uur’?
A
een vast buidelmoment per dag
B
een vast rustuur per dag
C
quality time voor het geven van borstvoeding
D
het eerste uur na de geboorte

Slide 9 - Quizvraag

Antwoord
Normaal gesproken is het voor een hechtingsproces van belang dat ouders met hun kind na de geboorte rust gegund is. Dit wordt wel het 'gouden uur' genoemd. Ouders krijgen de tijd om ongestoord veiligheid, warmte en nabijheid te bieden aan hun kind in de eerste momenten na de bevalling, wat zeer bevorderend is voor de hechting.

Slide 10 - Tekstslide

Stelling 1. Buidelen zorgt voor een betere hersenontwikkeling bij kinderen.
Stelling 2. Buidelen heeft een gunstig effect op vermindering van infectierisico.
A
alleen stelling 1 is juist
B
alleen stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn onjuist
D
beide stellingen zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord
Buidelen, synoniem van de Engelse term kangaroo care, is een periode van huid-op-huidcontact. Tijdens het buidelen liggen kinderen, alleen gekleed in een luier, op de naakte borst van een van hun ouders (of andere zorgdragers). Ze worden toegedekt met de handen van degene die buidelt en/of een dekentje, zodat de setting van een buidel wordt nagebootst.
Er is onder andere aangetoond dat buidelen de slaapcycli van de pasgeborene bevordert, wat een gunstig effect heeft op de hersenontwikkeling en dat het infectiepercentage vermindert.

Slide 12 - Tekstslide

Casus Mevrouw B (vervolg)
Na een week kan de CPAP-ondersteuning bij Sofie gestaakt worden. Sofie verdraagt de enterale voeding, inmiddels grotendeels moedermelk, prima!

Moeder knapt langzaamaan op en kan twee dagen na detubatie terug naar de OHC. Inmiddels is ze uit isolatie en kan met Sofie komen buidelen.
Na bijna drie weken wordt Sofie overgeplaatst naar de mediumcare zuigelingenafdeling. Moeder wordt ontslagen en gaat samen met vader naar het Ronald McDonaldhuis.
Moeder is nog snel vermoeid en de moedermelkproductie loopt terug. Na vier weken stopt ze met kolven en krijgt Sofie flesvoeding. Moeder krijgt fysiotherapie om verder aan te sterken en conditie op te bouwen. Vader is inmiddels weer deels aan het werk.
Als Sofie 2 maanden oud is, drinkt ze al haar flessen zelf en kan ze met ontslag.





Slide 13 - Tekstslide

Stelling 1. Na ontslag van moeder uit het ziekenhuis bestaat de kans op overbelasting van met name vader.
Stelling 2. Posttraumatische stressklachten uiten zich onder andere in prikkelbaarheid en herbeleving.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord
Ouders hebben vaak moeite om rust te vinden na de eerste gevoelens van opluchting. Na ontslag van moeder uit het ziekenhuis moet vader een grotere rol vervullen in de zorg voor zijn partner, waardoor overbelasting kan ontstaan.
Veel ouders krijgen in deze fase posttraumatische stressklachten, die gezien de situatie logisch verklaarbaar zijn. Dit kan zich uiten in onder andere prikkelbaarheid, emotionele labiliteit, en herbeleving.

Slide 15 - Tekstslide

Welke bewering over EMDR is waar?
A
EMDR is een kortdurende, individuele therapie gebaseerd op desensitiseren.
B
EMDR is een langdurige, individuele therapie gebaseerd op desensitiseren.
C
EMDR is een kortdurende vorm van groepstherapie gebaseerd op desensitiseren.
D
EMDR is een langdurige vorm van groepstherapie gebaseerd op desensitiseren.

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord
EMDR is een kortdurende, geprotocolleerde en patiëntgerichte behandelmethode om nare ervaringen te verwerken. EMDR combineert verschillende succesvolle elementen van andere therapieën met een afleidende taak, namelijk het met de ogen volgen van de handen van de therapeut of bijvoorbeeld een bewegend lampje.

Slide 17 - Tekstslide

Rol van de verpleegkundige in deze casus

Slide 18 - Woordweb

Antwoord
  • Het is belangrijk dat de verpleegkundige zich bewust is van het risico op verstoorde hechting tussen moeder en kind.
  • Doordat moeder zowel de bevalling als de eerste levensdagen van haar kind gemist heeft, kan het zijn dat ‘moedergevoelens’ aanvankelijk ontbreken. Hier kan een verpleegkundige op inspelen door foto’s en filmpjes te maken en een dagboek bij te houden, zodat moeder de periode die ze gemist heeft, kan herbeleven.
  • Door moeder, als dat weer kan, zoveel mogelijk bij de verzorging te betrekken en te laten buidelen kan de band tussen moeder en kind bevorderd worden.
  • Naast de begeleiding van moeder is extra aandacht voor vader heel belangrijk. Die pendelt de eerste dagen na de geboorte op en neer tussen twee IC’s en dat geeft veel stress, die ook invloed kan hebben op de hechting met zijn dochter.
  • Het uitgangspunt van de familiy centered care (FCC-)visie is ouders zoveel mogelijk bij de zorg voor hun kind te betrekken. Als dat, zoals in deze casus, aanvankelijk niet mogelijk is, kunnen in overleg met vader bijvoorbeeld opa’s en oma’s bij de zorg voor hun kleinkind betrokken worden.

Slide 19 - Tekstslide

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll