Opdracht 2 Einkaufen
Schrijf de 3 namen over en zet daar achter de zinnen die zij zeggen.
Een uitspraak hoort bij niemand!!
Uitspraak Rosa Hanno Ayse
1 Mijn oom heeft een bakkerij. □ □ □
2 Ik koop brood, vis, vlees en kaas. □ □ □
3 Ik help vaak met opruimen. □ □ □
4 Ik koop aardappelen, wortels en sla. □ □ □
5 Op maandag werk ik niet. □ □ □
6 In juli koop ik aardbeien en kersen. □ □ □
7 In de bakkerij kun je ook cola drinken. □ □ □
8 De markt is op woensdag. □ □ □
9 Ik ga om half negen boodschappen doen. □ □ □
10 Ik rij met de auto naar de winkel toe. □ □ □