In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bienvenue!
à la classe de français
Mettez les tables un par un
Slide 1 - Tekstslide
français
néerlandais
Slide 2 - Tekstslide
objectifs du cours
Ik kan ... 2a. woorden die te maken hebben met reizen correct vertalen (FN en NF) 4. woorden die te maken hebben met relatiescorrect vertalen (FN)
Slide 3 - Tekstslide
Le test des mots d'unité 1
Prêt?
Tu peux travailler au object 2a (voir Learnbeat)
Slide 4 - Tekstslide
zoek een plaatje bij 'la chambre d'hôte'
Slide 5 - Open vraag
zoek een plaatje bij 'l'appartement'
Slide 6 - Open vraag
zoek een plaatje bij 'la ferme'
Slide 7 - Open vraag
zoek een plaatje bij 'l'emplacement'
Slide 8 - Open vraag
zoek een plaatje bij 'le mobil-home'
Slide 9 - Open vraag
parle-moi de l'image
Slide 10 - Tekstslide
Welke onderwerpen komen voor in de tekst?
A
een activiteit organiseren
B
informatie vragen
C
een kamer reserveren
D
datum en prijzen
Slide 11 - Quizvraag
open je licentie: chapitre 9
Instructie: chapitre 9A, exercice 4 (oortjes!), 6, 7 (eind van de les!).
Prêt? Continue avec les tâche de 'leerdoel 2a' (voir Learnbeat)
Werk in stilte,
zodat iedereen zich kan concentreren
Slide 12 - Tekstslide
Bonjour, je peux vous aider?
C'est pour quand?
Désolé, nous n'avons plus de place. Vous voulez réserver pour une autre date?
(zeg dat je wilt reserveren)
(geef aan voor welke periode)
Oui, d'accord. (zeg voor welke periode)
Slide 13 - Tekstslide
objectifs du cours
Ik kan ... 2a. woorden die te maken hebben met reizen correct vertalen (FN en NF) 4. woorden die te maken hebben met relatiescorrect vertalen (FN) (=SO)