6.4 stad en land in onze tijd

vorige 3 paragrafen?
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

vorige 3 paragrafen?

Slide 1 - Woordweb

stad

Slide 2 - Woordweb

6.4: Stad en land in onze tijd
De leerling kan:
- vertellen hoe een stad is opgebouwd.
- vertellen wat de randstad is en het groene hart.
- uitleggen wat bevolkingsdichtheid inhoudt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw Nederlandse stad
Veel Nederlandse steden hebben dezelfde opbouw:
  • Historische stadskern met nauwe straatjes met veel restaurantjes en winkels: binnenstad.
  • Om de stadskern heen: Veel kleine huisjes dicht op elkaar zonder tuin (goedkoop).
  • 1960-1990 veel flats en woonerven gebouwd. (hoogbouw/ laagbouw)
  • Deze eeuw: Vinex wijken = nieuwbouwwoningen door regering aangewezen.

Slide 5 - Tekstslide

Binnenstad
19e eeuwse wijk
20ste eeuw hoog en laagbouw
Vinex

Slide 6 - Sleepvraag

Randstad en groene hart
In het westen van NL liggen de 4 grootste steden. Het is een stedelijk gebied in vier provincies met wel 7 miljoen inwoners: de Randstad. 

Het gebied binnen de randstad = het Groene Hart. Door steeds meer verstedelijking groeit de Randstad en dreigt het Groene Hart te verdwijnen. Daarom laat de regering aan de rand van de Randstad nieuwe wijken bouwen ==> Vinex wijken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welk begrip past bij het vorige plaatje?
A
Binnenstad
B
Buitenwijk
C
Vinex wijk
D
Hoogbouw

Slide 10 - Quizvraag

Bevolkingsdichtheid
Dichtbevolkt: gebied waar veel mensen dicht op elkaar wonen.

Dunbevolkt: Gebied waar minder mensen wonen

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet je dus weten om te bepalen of een gebied dicht- of dunbevolkt is?

Slide 12 - Open vraag

Dicht of dunbevolkt?
Je moet dus weten: 
- Hoeveel mensen wonen er in een gebied?
- Hoe groot is het gebied?
bevolkingsdichtheid = aantal mensen op 1 vierkante kilometer.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Verkeer
Veel mensen werken in een andere plaats dan waar ze wonen. Zij zijn forensen.  Ze reizen tussen woning en werk en zorgen voor veel woon- werkverkeer.  Dit leidt tot lange rijen langzaam rijdende/ stilstaande auto's = files. 

Sommige auto's vervoeren spullen. Als deze spullen niet op tijd aankomen kost dat geld, zo kosten files dus veel geld!

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we mensen die reizen tussen werk en woning?
A
Woon - werk verkeerslieden
B
Forenzen
C
Arbeidsmigranten
D
dagloners

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een reden dat files veel geld kosten?

Slide 17 - Open vraag

Hoofdverbindingen
Hoofdverbindingen: Spoorwegen, waterwegen en snelwegen die de grote steden van NL met elkaar verbinden.

Vanwege handel/ vervoeren goederen is het belangrijk dat deze steden + de Rotterdamse haven en Schiphol goed bereikbaar zijn --> 3 maatregelen:
  1. Autosnelwegen worden verbreed.
  2. Betuwelijn
  3. Hoge Snelheidslijn (HSL) 

Slide 18 - Tekstslide

Noem 3 verbeteringen die de regering doorvoert om de hoofdverbindingen te verbeteren.

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn de hoofdverbindingen van NL?

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
maken par. 6.4
Leerstof + opdrachten
Plusopdrachten
Cursustoets

Slide 21 - Tekstslide