opgave 3.33 hfst 3 bedrijf starten
1 / 40
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe groot is de vordering die ontstaat op 1 januari 2016?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Behoort deze vordering tot het vaste of vlottende kapitaal? Motiveer je antwoord
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Hoe groot is de vordering na de derde aflossing?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Behoren aflossingen tot de opbrengsten? Motiveer je antwoord.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Hoe groot is het nog te ontvangen bedrag met betrekking tot de rente op het eind van de eerste maand?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Behoort deze vordering tot het vast of vlottende kapitaal? Motiveer je antwoord
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Bereken de interestopbrengst van de maand januari.
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Hoe groot is de vordering met betrekking tot de rente op 30 juni 2016?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Bereken de interest opbrengst voor de maand juni 2016.
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Bereken de interestopbrengst voor de maand juni 2018
Slide 33 - Open vraag
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Met welk bedrag staat de lening u/g op de balans van 30 juni 2018?
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Met welk bedrag staat het nog te ontvangen bedrag m.b.t. de interest op de balans op 30 juni 2018?
