Code+ deel 3 Hoofdstuk 11 Introductie en 11.1

11. In Topvorm
In dit hoofdstuk leer je:
- praten over sport
- grammatica: het en dat
- woorden: lijken en blijken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

11. In Topvorm
In dit hoofdstuk leer je:
- praten over sport
- grammatica: het en dat
- woorden: lijken en blijken

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Lees de tekst over sporten

Slide 2 - Tekstslide

Mijn favoriete manier van bewegen is..
wandelen
tennissen
hardlopen
fitnessen
fietsen
dansen
zwemmen
voetbal
anders

Slide 3 - Poll

De laatste keer dat ik heb gesport is ..
gisteren
vorige week
vorige maand
vorig jaar
Sporten? :O

Slide 4 - Poll

woorden:


  • sportief
  • presteren
  • de kampioen
  • de marathon

Slide 5 - Tekstslide

1. Praten over een populaire sport
Bekijk het diagram over sporten door Nederlanders.
We maken samen de vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Wielrennen is het populairst bij mannen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

fitness is bij mannen en vrouwen bijna even populair
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

dans en yoga zijn niet zo populair bij mannen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

de minst populaire sport is hockey
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

1
2
3
4
5
'voetbal is oorlog', zeggen sommigen.
Voetbal heeft heel eenvoudige regels.
Voetbal is ook leuk om naar te kijken.
Voetbal is een van de populairste sporten in NL.
Voetbal is ook 'big business'.

Slide 11 - Sleepvraag

woorden
  • de bond
  • de competitie
  • de amateur
  • de uitslag
  • de vechtpartij
  • de supporter
  • de tegenstander
  • schoppen


verbindingen & idioom

  • oplopen tot
  • in de gaten houden

Slide 12 - Tekstslide

Dit is mijn club
Luister naar de tekst en bespreek hem.

Slide 13 - Tekstslide

woorden

het stadion
de supporter
de sjaal
betekenen
bijgelovig
de finale
sindsdien
het doelpunt
de blijdschap

de opluchting
de vreugde
het verdriet
chagrijnig
zodra
typisch

verbindingen & idioom
van tevoren
achter iets of iemand staan

Slide 14 - Tekstslide

Uitvoeren

Maak de opdrachten van bladzijde 255 en bespreek ze samen.

Je hebt hiervoor 20 minuten de tijd
individueel
de blessure
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

De Nijmeegse vierdaagse

organiseren
de hitte
aanmoedigen
de beloning
de bewondering
de medaille

Slide 16 - Tekstslide