periode 3 activiteiten Les 2 katern 5 sociale recreatieve activiteiten

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 
Je weet wat een Activiteitenprogramma is 
Je kan voorbeelden noemen van soorten materialen en middelen  
Deze week heb je  gelezen pag. 32 t/m 35 en gemaakt Opdracht 35 + 37 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat kan het doel zijn van de vorige activiteit 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klopt hij?
De studenten kunnen terugkoppelen in wat ze geleerd hebben uit de vorige les 
door antwoord te geven op de quizvragen die 10 min duurt 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

a: een activiteit 
B: iemand heeft dit wanneer hij niet mee kan doen doordat hij dit lichamelijk of geestelijk niet meer kan 
C dit is een activiteit waarvoor je fantasie nodig hebt . Vaak valt knutselen hier onder  of een ander woord voor verstandelijk
D: de smart methode gebruik je om dit te maken / stellen 
E: meestal heb je bij dit soort activiteit als doel dat je leert 
F: Bij het schrijven maakt je gebruik van deze soort motoriek 
G: deze activiteit doe je met meerdere mensen 
H: bedenk een activiteit met een H
I: wat moet oa je weten van een cliënt voordat je een doel stelt 
J:bedenk een activiteit met een J
K: bedenk een activiteit met een K
L: Binnen de communicatie gebruik je dit om actief te luisteren (het is ook een drug)
M:dit valt onder de lichamelijke ontwikkeling
N: zit op je gezicht / noem een activiteit met een N
O: is een lichaamsdeel en gebruik je voor je zintuig 
P: om een activiteit goed te laten verlopen moet je dit maken
Q; welke activiteit zou je ooit willen doen
R: deze actviteit gebruik je om herinneringen op te halen
S: bij deze lichamelijke ontwikkeling gebruik je je zintuigen 
T:deze activiteit doe je met een touw
u: Dit moet je weten van een cliënt
 voordat je een doel stelt
V:een activiteit waarbij het lichaam wordt verzorgd 
w: Bij deze activiteit horen huishoudelijke werkzaamheden
x: bij dit tv programma wordt dit vaak gebruikt . of wanneer je iemand lief vindt wordt hiermee afgesloten
Y: spel met dobbelstenen
Z:dit wil je behouden wanneer je iemand zoveel mogelijk zelf dingen laat doen
D:
lees blz 27 en 30  katern 5 sociaal recreatieve activiteiten 

Wat staat er in het plan ?
Op welke manier maak je het plan? (welke vragen stel je )
Waarom maak je het plan?
Waar houd je rekening mee in het plan?
Wie maakt het plan 
hoe sluit je het plan af 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nakijken opdracht 32
scherm delen 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Verbruiksartikelen zijn
zie pagina 33
A
materialen die uiteindelijk op gaan
B
materialen die slijten en lang meegaan

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ga op zoek naar gebruiksartikelen

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Deze week heb je  gelezen pag. 32 t/m 35 en- gemaakt Opdracht 35 + 37 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies