WOE 06/09/23 - 2E - Nieuws en spelling

LESPROGRAMMA
Lesuur 1
  • Lezen
  • Chatgpt: discussie

Lesuur 2
  • Opfrissen werkwoordspelling

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LESPROGRAMMA
Lesuur 1
  • Lezen
  • Chatgpt: discussie

Lesuur 2
  • Opfrissen werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Stelling 1:

Kunstmatige intelligentie kan al mijn huiswerk maken.

Slide 3 - Poll

STELLING 2
CHATGPT MOET IN DE TOEKOMST DE DOCENT VERVANGEN
Twee groepen:
Groep 1: vormen argumenten voor het vervangen van de docent
Groep 2: vormen argumenten tegen het vervangen van de docent

Elke groep krijgt 10 minuten om de argumenten voor te bereiden. Bedenk minstens 5 argumenten
Verdeel de rollen in je groepje:
Rol - schrijver
Rol - bronnenonderzoeker
Rol - debater 

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat is hier mis gegaan?
Tim werkte als pizzabezorger, maar is gisteravond ontslagen. Hij heeft een pizza afgeleverd, maar was vergeten de ontvanger te laten betalen. 'Ik had een briefje meegekregen waar op stond 'betaald met tien euro', dus toen ben ik meteen weer weggereden'. Hij heeft zijn baas de situatie nog geprobeerd uit te leggen, maar die snapte niet waar Tim het over had. 'Het briefje was duidelijk: hij zou betalen met tien euro. Dat was voor Tim belangrijk om te weten hoeveel wisselgeld hij mee moest nemen'. Tim gaat ergens anders als bezorger aan de slag.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is er mis gegaan in de vorige tekst?

Slide 6 - Open vraag

Het belang van spelling
Wat is het verschil tussen deze twee krantenkoppen?
Premier verbaasd in spannende zaak
Premier verbaast in spannende zaak

Slide 7 - Tekstslide

Waarom moeilijk doen?
Ik word
Jij wordt
Word jij?

Hij bedoelt
Hij heeft bedoeld

Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik dans                          Ik loop                        Ik word                     Ik bedoel
Jij danst                       Jij loopt                     Jij word                    Jij bedoel
Dans jij?                        Loop jij?                    Word jij?                  Bedoel jij?
Danst hij?                     Loopt hij?                 Word hij?                Bedoel hij?
Wij dansen                  Wij lopen                   Wij worden            Wij bedoelen

  • Maar waarom dan toch ineens hij heeft bedoeld?

Slide 9 - Tekstslide

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Hij vindt het verschrikkelijk dat je dat zei, ook al had je dat niet zo ...
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn moeder zegt dat de toon van mijn vader nooit overeenkomt met wat hij ... te zeggen
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Als ik jou morgen pas ..., vind je dat dan oké?
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Mijn vader heeft de telefoon na de hackpoging heel lang niet meer ...
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

De schoolleiding wil graag dat die nieuwe docent zo snel mogelijk ... aan de gestelde eisen.
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:

Haha, ik zei 1 januari dat ik al sinds vorig jaar niet meer had ... en iedereen lag in een deuk
A
gedouchd
B
gedoucht

Slide 15 - Quizvraag