Leerjaar 2 Periode 2 Interieurreiniger Les 3

• D&Z
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Interieur reinigen: Les 3

Terugblik

-Je hebt geleerd dat je eerst de emmer moet vullen en daarna pas het reinigingsmiddel erin moet doen.

- Je weet waar de verschillende kleuren emmers voor zijn

-Je weet hoe je een werkdoek moet uitwringen en waarom

Interieur-materialen klaarzetten

-(werkjas, als die er zijn), interieurwagen, gele en groene emmer

-gele en groene werkdoek

-vuilniszakken

-handschoenen

-interieurreinigingsmiddel

Aandachtspunten

-Lees altijd eerst het etiket van het reinigingsmiddel

-Je ziet hoeveel er van in moet en aan de pictogrammen welke gevaren er zijn

-Eerst water in de emmer en daarna het reinigingsmiddel

-Gebruik bij interieur de groene doek voor het schonere werk

- En gele doek voor het vuile werk.

Werkvolgorde 1:

-Pak de werkjas en doe hem aan

-Pak de interieurwagen met daarop een gele en een groene emmer

-Pak de vuilniszakken

-Pak de groene en gele werkdoek en leg ze op de materiaalwagen

-Pak de handschoenen en leg ze op de wagen

-Vul beide emmers met 4 liter handwarm water en doe in beide reinigingsmiddel

Prullenbakken legen

-Bij het schoonmaken van het interieur hoort ook het schoonmaken van de prullenbakken

-Je wilt niet dat een prullenbak gaat stinken, dus leeg je hem dagelijks (thuis wat langer)

-Je doet alleen een nieuwe vuilniszak in de prullenbak als dit echt nodig is

(Wees duurzaam!)

-Zak door je knieën als je de prullenbak optilt

Wees duurzaam!

              Werkvolgorde 2: -interieur: prullenbak legen

-Controleer of er vuil in de prullenbak zit

-Als er iets in zit, haal je het deksel eraf.

-Alleen droog vuil? Leeg de prullenbak in de vuilniszak

-Bij nat vuil, haal je de vuilniszak eruit en dan doe je deze in de vuilniszak van de materiaalwagen

-Doe een schone zak in de prullenbak

-Plaats het deksel terug en maak deze schoon met een groene werkdoek.

-Is het deksel erg vies dan maak je hem schoon met een gele werkdoek.

aandachtspunten interieur buitenkant

-Je werkt altijd in een vaste volgorde (dan vergeet je niets)

-Bij dagelijks onderhoud maak je alleen schoon waar je bij kunt als je met beide voeten op de grond staat. Niet hoger.

-Werk altijd met een rechte rug

-Ga bij laag werk op één knie zitten.

-Spoel als het nodig is, je werkdoek uit in de groene emmer

Werkvolgorde 3: interieur buitenkant

-Spoel de groene werkdoek uit en vouw de werkdoek op

-Begin met de deuren, maak de deurknop schoon en verwijder vingertasten van de deur

-Maak alles dat tegen de muren staat schoon (buitenkant)

-Vouw tijdens het schoonmaken de werkdoek geregeld naar een schone kant

-Zijn alle kanten vuil, dan spoel je deze uit in de groene emmer

Bij dagelijks onderhoud maak je alleen schoon waar je bij kunt als je met beide voeten op de grond staat. Niet hoger. Dus was je op de afbeelding ziet is niet goed.

Niet bij dagelijks onderhoud.

Dan blijf je met beide voeten 

op de grond staan.

Werkvolgorde 4:

-Spoel de groene werkdoek uit, wring uit en vouw op

-Laat als je een bureau schoonmaakt alle spullen gewoon liggen en maak erom heen schoon.

-Neem een schone kant van je werkdoek en maak de telefoon schoon

-Bij een open kast laat je ook alle spullen liggen en maak je erom heen schoon

-Controleer je werk

-Spoel en wring je werkdoek uit en hang aan het droogrek

-Giet emmers leeg en spoel om en zet terug op de interieurwagen

-Zet alles op de vaste plek terug, doe het licht uit en sluit de werkkast

-Was na het opruimen je handen

Niets van het bureau verplaatsen.

Eerst oefenen en dan praktijk: Hoe haal ik een 10?

-Ik pak alle spullen voor het interieur reinigen (gele emmer en doek, groene emmer en doek, materiaal wagen, handschoenen, interieurreiniger, vuilniszakken(2p)

-Ik vul de emmer met 4 liter handwarm water, lees het etiket en voeg dan het reinigingsmiddel toe (1p)

-Ik leeg de  prullenbak of vervang de zak als er nat spul in zit (1p)

-Vieze deksel schoonmaken met groen, erg vies met gele werkdoek (1p)

-Je begint met de deuren schoon te maken (vingertasten) omdat je van buiten naar binnen werkt (1p)

-Daarna maak je een bureau schoon + telefoon en je gaat verder om de spullen heen (1p)

-Je maakt een open kast schoon van boven naar beneden, om de spullen heen. (1p)

-Je ruimt alles op en controleert de zaak en wast je handen (2p)