Kapitel 5 Grammatik A und Grammatik B
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ich gehe (met) meiner Freundin ins Theater.
Slide 3 - Open vraag
Hans spielt (sinds) zwei Woche Trompete.
Slide 4 - Open vraag
Die Schuhe hat er (van) seiner Mutter.
Slide 5 - Open vraag
Rudi fährt (met) dem Fahrrad in die Stadt.
Slide 6 - Open vraag
(Na) der Schule möchte ich Rollschuhlaufen.
Slide 7 - Open vraag
Toni kommt (uit) Sankt Peter Ording.
Slide 8 - Open vraag
Wir gehen (naar) Schule.
Slide 9 - Open vraag
Wir gehebn am Wochenende (naar) Bruder von Melanie.
Slide 10 - Open vraag
Was hast du (van) Lehrer gelernt?
A
von
B
vom
Slide 11 - Quizvraag
Du hast mich (bij) Arzt nicht gut behandelt.
A
bei
B
beim
Slide 12 - Quizvraag
Fährst du mit (naar) Schwimmbad?
A
zu
B
zum
Slide 13 - Quizvraag
Kannst du mir sagen, (van) welchem Designer das Kleid ist?
A
von
B
vom
Slide 14 - Quizvraag
Wir haben das Essen (van) Supermarkt.
A
von
B
vom
