In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.2. Kopen met verstand (B)
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik vorige les
Hoe ging het.
Keurmerken
Huiswerk controle ( moet af) Morgen het 6e uur afmaken.
Slide 3 - Tekstslide
OPDRACHT
WIE VAN DE DRIE?
€ 2,99
€ 1,85
€ 1,50
Slide 4 - Tekstslide
Gatentekst
In de supermarkt vind je vaak een 1) _______, een bekend merk dat veel reclame maakt en duurder is. Een goedkoper alternatief is een 2) _______, dat minder bekend is. Ook zijn er 3) _______, producten die speciaal door een winkelketen worden verkocht. Sommige producten hebben een 4) _______, een logo dat aangeeft dat ze voldoen aan bepaalde eisen, zoals duurzaamheid. Het 5) _______ van een merk bepaalt hoe mensen over dat merk denken, bijvoorbeeld luxe of betrouwbaar. Als een product schade veroorzaakt door een fout, geldt 6) _______: de fabrikant is dan verantwoordelijk.
Vul in in de tekst!
Huismerk
Product aansprakelijkheid
A-merk
B-merk
Kenmerk
Imago
Slide 5 - Tekstslide
Gatentekst
In de supermarkt vind je vaak een A-MERK, een bekend merk dat veel reclame maakt en duurder is. Een goedkoper alternatief is een B-merk, dat minder bekend is. Ook is er een HUISMERK, producten die speciaal door een winkelketen worden verkocht. Sommige producten hebben een KEURMERK, een logo dat aangeeft dat ze voldoen aan bepaalde eisen, zoals duurzaamheid. Het IMAGO van een merk bepaalt hoe mensen over dat merk denken, bijvoorbeeld luxe of betrouwbaar. Als een product schade veroorzaakt door een fout, geldt PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID: de fabrikant is dan verantwoordelijk.
Slide 6 - Tekstslide
4.2. Kopen met verstand (B)
Slide 7 - Tekstslide
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen wat een vergelijkend warenonderzoek is.
uitleggen wat een consumentenorganisatie is.
uitleggen wat een vergelijkingssite is.
uitleggen wat er allemaal op een verpakking staat.
uitleggen op welke manier consumenten hulp kunnen krijgen bij het kopen van producten.
Wat gaan we leren?
Slide 8 - Tekstslide
Een vergelijkend warenonderzoek is een onderzoek dat vergelijkbare producten test op prijs en kwaliteit.
Vergelijkend warenonderzoek
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van consumenten en geven onafhankelijk advies.
Leden betalen lidmaatschapsgeld.
Voorbeelden zijn de Consumentenbond, de ANWB en Rover.
Consumentenorganisaties
Slide 12 - Tekstslide
Vergelijkingssites geven informatie over prijzen en kenmerken van producten.
Vergelijkingssites
Slide 13 - Tekstslide
De verpakking van een product moet bepaalde informatie bevatten.
Voorbeelden zijn: de houdbaarheidsdatum, de inhoud, het gewicht, de hoeveelheid, de ingrediënten, producent, etc.
Er kunnen ook veiligheidsinstructies en waarschuwingen opstaan.
Wat staat er allemaal op een product?
Slide 14 - Tekstslide
VRAGEN?
Slide 15 - Tekstslide
OPDRACHTEN
Maak de opgaven 1 t/m 11 op bladzijde 90 en 91 van werkboek 3A!
Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn opgave 12 t/m 23 op bladzijde 91 en 92.
Klaar? Dan kun je nakijken en heb je geen huiswerk.
timer
10:00
Rood = Zelfstandig en stil werken.
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten
Slide 16 - Tekstslide
Nog niet klaar.
Maak het huiswerk van 4.2. Klaar laat mij dat zien
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les:
Maken opgaven 1 t/m 23 van hoofdstuk 4.2 Spijt achteraf op bladzijde 90 t/m 92.