feedback op de kernvragen hst 4 clusterG5ges2

Je krijgt een aantal antwoorden te zien op vragen die gesteld werden gisteren. Welk antwoord vind je het beste? En waarom? En kan de vraag beter gesteld worden?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Je krijgt een aantal antwoorden te zien op vragen die gesteld werden gisteren. Welk antwoord vind je het beste? En waarom? En kan de vraag beter gesteld worden?

Slide 1 - Tekstslide

1. Beschrijf hoe de socialisten en de liberalen enerzijds en de confessionelen anderzijds stonden tegenover de schoolstrijd.
1. de confessionele wilden dat speciaal onderwijs ook gefinancierd werd, de liberalen en de socialisten wilden dat dit niet gefinancierd zou worden.

2.  Confessionelen wilden dat alle scholen educatie gaven aan leerlingen aan de hand van de leer van God. Terwijl de socialisten en liberalen juist vonden dat er andere bijzonder onderwijs moest kunnen zijn, waardoor ook andere soorten scholen gefinancierd moesten worden door belasting.

3.  De socialisten en de liberalen wilden alleen maar openbare scholen of dat die alleen weder gefinancierd, maar de confessionelen wilden bijzonder onderwijs voor het geloof en dat deze ook door de overheid werden gefinancierd

Slide 2 - Tekstslide

Welk antwoord vind je het beste?
A
antwoord 1
B
antwoord 2
C
antwoord 3

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zou:
1. Het antwoord beter worden?
2. De vraag beter worden?
(vraag: "Beschrijf hoe de socialisten en de liberalen enerzijds en de confessionelen anderzijds stonden tegenover de schoolstrijd.")

Slide 5 - Open vraag

2. Schrijf op hoe de socialisten aankeken tegen de Sociale kwestie, en hoe de sociale kwestie de confessionelen en de liberalen intern verdeelden.
1. Socialisten vonden dat de overheid moest ingrijpen en arme mensen moesten helpen om zo de snelgroeiende armoede tegen te gaan. Binnen de confessionelen en de liberalen waren de meningen verdeeld. Sommigen vonden dat men zelfredzaam moest zijn en anderen vonden dat de overheid moest ingrijpen.

2.   De socialisten vonden dat de zwakkeren en arme mensen geholpen moesten worden. Binnen de liberalen en confessionelen was er een scheiding. Zo vonden sommige liberalen dat ze niemand geholpen moesten worden, want ze waten voor vrijheid. Andere liberalen vonden dat ze een klein beetje moesten helpen, zodat ze nog enigszins kans kregen.

3.   Socialisten vonden dat de overheid moest ingrijpen en arme mensen moesten helpen om zo de snelgroeiende armoede tegen te gaan. Binnen de confessionelen en de liberalen waren de meningen verdeeld. Sommigen vonden dat men zelfredzaam moest zijn en anderen vonden dat de overheid moest ingrijpen.

4. Liberalen: afschaffen/ niet afschaffen, want moesten bevolking traditioneel met rust laten. Confessionelen : God bepaalde hoe je leefde, moesten ook de bevolking traditioneel met rust laten. Socialisten: iedereen gelijke educatie nodig om te bloeien, dus wel zwakkere helpen.

Slide 6 - Tekstslide

Welk antwoord vind je het beste?
A
antwoord 1
B
antwoord 2
C
antwoord 3
D
antwoord 4

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zou:
1. Het antwoord beter worden?
2. De vraag beter worden?
(vraag: "Schrijf op hoe de socialisten aankeken tegen de Sociale kwestie, en hoe de sociale kwestie de confessionelen en de liberalen intern verdeelden.")

Slide 9 - Open vraag

3. Beschrijf waarom de Liberalen een groot voorstander waren van de invoering van een Stelsel van Evenredige vertegenwoordiging (sinds de uitbreiding van het kiesrecht.).
1. Ze kregen steeds minder kiezers, dus bij een districtenstelsel zouden ze geen zetels krijgen maar bij een evenredige vertegenwoordiging wel

2.    Elke stem telt, maar als je niet stemt, is het getal kleiner, en als dat gedeeld wordt, telt je stem dus zwaarder, omdat in verhouding veel mensen toch niet stemmen. Het is dus niet de absolute meerderheid die wint, maar een som van aantal stemmers en zetels. Als alle liberalen dan (in theorie) op 1 persoon stemmen, is de kans supergroot dat die alsnog in de Tweede kamer terecht komt, zelfs al stemt de rest van het volk op anderen.

3.    Op deze manier konden ze toch nog in de Tweede Kamet komen, omdat dan alle stemmen meetellen en niet alleen degene die in 1 gebied de meerderheid had.

4.  Met een districtenstelsel zouden zij minder stemmen krijgen omdat vaak alleen de rijke mensen op de liberalen stemden

Slide 10 - Tekstslide

Welk antwoord vind je het beste?
A
antwoord 1
B
antwoord 2
C
antwoord 3
D
antwoord 4

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zou:
1. Het antwoord beter worden?
2. De vraag beter worden?
(vraag: "Beschrijf waarom de Liberalen een groot voorstander waren van de invoering van een Stelsel van Evenredige vertegenwoordiging (sinds de uitbreiding van de kiesrecht.)")

Slide 13 - Open vraag

De pacificatie van 1917 was een compromis tussen confessionelen, socialisten en liberalen. Leg uit wie voordeel had uit elke kwestie en waarom:
1. Schoolstrijd
2. Algemeen kiesrecht
3. Kiesstelsel

Slide 14 - Open vraag

Welke kwestie uit de 19e eeuw ontbreekt in de vorige vraag(maar zou door een andere kwestie opgelost kunnen worden....?)

Slide 15 - Open vraag